Afschaffing partiële buitenlandse belastingplicht
Werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling kunnen kiezen om gedurende de looptijd van de 30%-regeling behandeld te worden als partieel buitenlands belastingplichtige. Dit houdt in dat de werknemer voor toepassing van box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) als buitenlands belastingplichtige wordt behandeld. Voor de box 1-heffing worden zij wel als binnenlands belastingplichtige beschouwd.
De hiervoor genoemde keuzemogelijkheid voor partiële buitenlandse belastingplicht wordt echter per 1 januari 2025 afgeschaft. Voor werknemers die reeds vóór 2024 gebruikmaakten van de 30%-regeling geldt overgangsrecht. Deze groep werknemers kan namelijk nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik blijven maken van de regeling voor partiële buitenlandse belastingplicht.
Werknemers die in 2024 gebruik zijn gaan maken van de 30%-regeling worden per 1 januari 2025 geconfronteerd met het feit dat in beginsel ook voor box 2 en box 3 het wereldinkomen in de Nederlandse heffing wordt betrokken. Het kan raadzaam zijn de gevolgen van deze wijziging in kaart te laten brengen, zodat u weet welke impact deze wijziging heeft op uw belastingpositie.
Box 2-tarief
Vanaf 2024 bestaat het box 2-tarief uit twee schijven. Het belastbaar inkomen tot € 67.000 is belast tegen een tarief van 24,5% en het inkomen daarboven tegen een tarief van 33%. Per 2025 wordt het tarief in de tweede schijf echter verlaagd naar 31%. Bent u voornemens om binnenkort dividend uit te keren? Het kan voordelig zijn om dit nog (deels) in 2024 te doen om de eerste tariefschijf van 24,5% volledig te benutten, of juist om (deels) te wachten tot 2025 om opnieuw de eerste tariefschijf van 24,5% te benutten en voor het meerdere gebruik te kunnen maken van de verlaging van het tarief in de tweede schijf naar 31%.
Wet excessief lenen
Heeft u samen met uw partner of heeft een met u verbonden persoon op 31 december 2024 meer dan € 500.000 geleend bij uw vennootschap? Dan leidt het meerdere potentieel tot een fictief regulier voordeel in box 2 waarover u tussen de 24,5%-33% belasting verschuldigd bent. Om deze heffing te voorkomen of te beperken dient vóór 31 december 2024 actie ondernomen te worden door de lening (deels) af te lossen. Leningen voor de eigen woning zijn uitgezonderd, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
Giftenaftrek
Hoewel de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en de giftenaftrek voor particulieren in de inkomstenbelasting in stand blijven, komt er per 1 januari 2025 wel een einde aan de regeling ‘geven uit de vennootschap’. Het eindigen van deze regeling betekent dat het gedeelte van niet-zakelijke giften aan goede doelen dat boven de grens van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting reikt (50% van de winst met een maximum van € 100.000), als een belaste uitdeling aan de aandeelhouder wordt aangemerkt. Dat houdt in dat aandeelhouders hierover vanaf 1 januari 2025 potentieel inkomsten- en dividendbelasting moeten betalen. De uitgave kan vervolgens wel als een persoonlijke gift van de aandeelhouder worden aangemerkt, waardoor de aandeelhouder nog steeds gebruik kan maken van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. De drempel van de periodieke giftenaftrek in de inkomstenbelasting wordt overigens per 1 januari 2025 verhoogd van € 250.000 naar € 1.500.000.
Mocht u overwegen om vermogen vanuit uw bedrijf aan een ANBI te willen doneren als niet-zakelijke gift, dan kan het raadzaam zijn deze schenking nog in 2024 uit te voeren. Ten aanzien van persoonlijke periodieke giften van meer dan € 250.000 kan het juist raadzaam zijn deze uit te stellen tot 2025.
Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
Zie onder ‘Schenk- en erfbelasting’.