Ga direct naar de inhoud

Pakket Belastingplan 2025 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft op 17 december 2024 ingestemd met de wetsvoorstellen die deel uitmaken van het pakket Belastingplan 2025.

Pakket Belastingplan 2025

De Eerste Kamer heeft op 17 december 2024 ingestemd met alle wetsvoorstellen die deel uitmaken van het pakket Belastingplan 2025:

  • Belastingplan 2025
  • Belastingplan BES-eilanden 2025
  • Overige fiscale maatregelen 2025
  • Fiscale verzamelwet 2025
  • Aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
  • Aanpassing Wet minimumbelasting 2024
  • Beëindiging salderingsregeling elektriciteit
  • Verlaging eigen bijdrage huurtoeslag
  • Intensivering kindgebonden budget
  • Niet afbouwen dubbele algemene heffingskorting in referentieminimumloon


Bij het wetsvoorstel Belastingplan BES-eilanden 2025 is een novelle aangenomen, waardoor enkele van de in dit voorstel opgenomen maatregelen toch al per 1 januari 2025 in werking treden in plaats van op een later tijdstip. Daarmee wordt een eerder aangenomen amendement ongedaan gemaakt. Het gaat onder meer om koppeling van de belastingvrije som in de loon- en inkomstenbelasting aan het minimumloon.

Diverse maatregelen in andere wetsvoorstellen treden wel op een later tijdstip in werking. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025, waarvan de meeste maatregelen per 1 januari 2026 in werking treden. En beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit is pas per 1 januari 2027 voorzien.

Hieronder treft u een overzicht van de belangrijkste tarieven, premiepercentages en vrijstellingen voor het jaar 2025.

Tarieven vennootschapsbelasting

De tariefstructuur van de vennootschapsbelasting wijzigt niet in 2025. Het tarief bedraagt 19% tot een belastbaar bedrag van € 200.000 en 25,8% over het meerdere. Zie de onderstaande tabel.

Jaar

2024

2025

Eerste schijf

19,0% (belastbaar bedrag tot  € 200.000)

19,0% (belastbaar bedrag tot  € 200.000)

Tweede schijf

 

25,8% (belastbaar bedrag >    € 200.000)

25,8% (belastbaar bedrag >    € 200.000)


Tarieven inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen

Per 1 januari 2025 wordt aan de onderkant van de tariefstructuur een nieuwe schijf toegevoegd, waarin het box 1 inkomen tot € 38.441 tegen een tarief van 35,82% wordt belast. Het tarief in de tweede schijf (box 1-inkomen tot € 76.817) bedraagt 37,48%. Het toptarief blijft met 49,50% ongewijzigd (inkomen > € 76.817). Voor AOW-gerechtigden bedraagt het gecombineerde tarief in de nieuwe eerste schijf in 2025 17,92%. Hieronder hebben wij de wijzigingen in tabelvorm samengevat.

Schijfgrenzen box 1

 

2024

 

2025

Grens eerste schijf (geboren vanaf 1946)

€ 38.098

€ 38.441

Grens eerste schijf (geboren vóór 1946)

€ 40.021

€ 40.502

Grens tweede schijf

€ 75.518

€ 76.817

Derde schijf

> € 75.518

> € 76.817


Tarieven box 1

 

2024

 

2025

Tarief eerste schijf (ouder dan AOW-leeftijd)

19,07%

17,92%

Tarief eerste schijf (jonger dan AOW-leeftijd)

36,97%

35,82%

Tarief tweede schijf

36,97%

37,48%

Tarief derde schijf

49,50%

49,50%

 

Sinds 1 januari 2024 geldt een tweeschijvenstelsel in box 2 met een basistarief van 24,5% tot een inkomen van € 67.000 en een toptarief van 33% over het meerdere. In 2025 wordt dit toptarief verlaagd naar 31%. De wetgever wil hiermee het globaal evenwicht qua belastingheffing tussen ondernemers, werknemers en dga’s verbeteren.

In box 3 wordt het vermogen in drie categorieën onderverdeeld: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. De rendementen op banktegoeden en schulden zijn gebaseerd op actuele gemiddelden en worden daarom pas na afloop van een jaar definitief vastgesteld. De rendementspercentages in de onderstaande tabel worden gebruikt bij het opleggen van voorlopige aanslagen, maar zijn dus alleen voor wat betreft de categorie overige bezittingen al definitief.    

Rendementspercentages voor de nieuwe berekening voor de drie categorieën

 

Banktegoeden  

Overige bezittingen  

Schulden

2024

1,03% 

6,04% 

2,47% 

2025

1,44% 

5,88% 

2,62% 

 

Het box 3-tarief blijft in 2025 gelijk met 36%. Het heffingsvrije vermogen stijgt licht en komt in 2025 uit op € 57.684 (2024: € 57.000). Overigens heeft de Hoge Raad in juni 2024 geoordeeld dat ook de Overbruggingswet box 3 in strijd is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod. De heffing moet worden beperkt tot het daadwerkelijke rendement in een jaar. In reactie hierop heeft de staatssecretaris aangegeven met een wettelijke tegenbewijsregeling te komen. Deze zal naar verwachting in juni 2025 operationeel worden.


Premies sociale verzekeringen

  • De premiepercentages voor de volksverzekeringen blijven in 2025 ongewijzigd en bedragen respectievelijk 17,90% (AOW), 0,10% (ANW) en 9,65% (WLZ).
  • Het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen bedraagt in 2025 € 75.864.
  • Grote werkgevers zijn de hoge premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) verschuldigd. Deze bedraagt in 2025 7,64%. Kleine werkgevers betalen de lage Aof-premie van 6,28%.
  • De lage premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) bedraagt in 2025 2,74%. Deze is verschuldigd voor werknemers met een vast arbeidscontract voor onbepaalde tijd. In andere gevallen is de werkgever de hoge Awf-premie van 7,74% verschuldigd.
  • De werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) bedraagt in 2025 6,51% over een bijdrageloon tot € 75.864. Verzekeringsplichtigen die ander arbeidsinkomen genieten zijn in 2025 zelf een inkomensafhankelijk bijdrage van 5,26% verschuldigd over het bijdrage-inkomen tot € 75.864.

 

Tarieven en vrijstellingen schenk- en erfbelasting

Het tarief van de schenk- en erfbelasting is afhankelijk van de verwantschap tot degene van wie verkregen wordt. Voor verkrijgingen (krachtens schenking of erfenis) door de partner of een kind geldt in 2025 een tarief van 10% tot een verkrijging van € 154.197 en 20% over het meerdere. Voor verkrijgingen door kleinkinderen bedragen deze tarieven 18% en 36%. Voor overige verkrijgers gaat het om tarieven van respectievelijk 30% en 40%.

De reguliere vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen bedraagt in 2025 € 6.713. Indien het kind tussen de 18 en 40 jaar oud is, mogen de ouders echter eenmalig een bedrag van € 32.195 onbelast schenken. Is de schenking bestemd voor de betaling van een kostbare studie van het kind, dan bedraagt de eenmalig verhoogde vrijstelling zelfs € 67.064. Als voorwaarde voor toepassing van de eenmalig verhoogde vrijstelling geldt wel dat aangifte schenkbelasting moet worden gedaan. In overige gevallen bedraagt de schenkingsvrijstelling in 2025 € 2.690.

Pakket Belastingplan 2025 aangenomen door de Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft op 14 november 2024 ingestemd met het pakket Belastingplan 2025. Daarbij zijn echter een aantal belangrijke amendementen en moties aangenomen.

Belastingplan 2025 – uitgebreide samenvatting

Op 17 september 2024 heeft het kabinet het pakket Belastingplan 2025 bij de Tweede Kamer ingediend. Op de pagina vind u de belangrijkste voorgestelde fiscale maatregelen voor het Nederlandse bedrijfsleven, directeur-grootaandeelhouders en particulieren.

Prinsjesdag webcast 2024

Onze experts behandelen in 30 minuten de meest opvallende punten uit het Belastingplan 2025.