Lagere energiebelasting op aardgas
Het kabinet wil de energiebelasting op aardgas verlagen voor verbruik tot 170.000 m³. In 2025 gaat de belasting omlaag met 2,8 cent per m³ en in 2030 met 4,8 cent per m³.
Verhoging belastingvermindering energiebelasting
In 2024 zou de belastingvermindering €521,78 (excl. btw) zijn. Dit wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024 verhoogd naar €521,81 (excl. btw).
Vrijstelling energiebelasting voor elektriciteitsopwekking
De regels voor vrijstelling van energiebelasting op aardgas wordt minder ruim. Dit gaat om de vrijstelling die gebruikt wordt voor elektriciteitsopwekking met een minimaal elektrisch rendement van 30%. Tot nu toe hing de vrijstelling af van het thermisch opgesteld vermogen van een installatie. Dit wordt nu gebaseerd op het elektrisch opgesteld vermogen.
Waterstoftarief energiebelasting
Vanaf 1 januari 2026 krijgt waterstof een eigen tarief in de energiebelasting. Dit tarief is gelijk aan dat voor zakelijk elektriciteitsverbruik boven 10.000.000 kWh en niet aan het hogere aardgastarief. Oorspronkelijk zou dit tarief in 2030 opnieuw worden beoordeeld, maar dat plan is geschrapt. De Tweede Kamer wil dat er na 2030 snel duidelijkheid komt over de tarieven, zodat investeerders zekerheid hebben.
Vrijstelling productie waterstof via elektrolyse
Waterstofproductie via elektrolyse blijft vrijgesteld van energiebelasting. De vrijstelling wordt uitgebreid en verduidelijkt. Ook elektriciteit die wordt gebruikt voor demineralisatie van water en voor het zuiveren en comprimeren van waterstof valt er nu onder.
Salderingsregeling stopt per 1 januari 2027
Vanaf 1 januari 2027 verdwijnt de salderingsregeling voor elektriciteit. Dit betekent dat huishoudens en bedrijven niet langer hun teruggeleverde stroom kunnen wegstrepen tegen hun verbruik. In plaats daarvan krijgen ze een vergoeding voor de stroom die ze aan het net leveren. Die vergoeding moet eerlijk en concurrerend zijn en mag nooit negatief worden.
CO2-heffing voor industrie en afvalverbranding
Sinds 2021 betalen grote bedrijven in Nederland een CO2-heffing. Dit is bedoeld om ze te stimuleren minder CO2 uit te stoten. Ook afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) vallen onder deze heffing, maar ze doen nog niet mee aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Wel moeten ze hun uitstoot goed bijhouden, rapporteren en verifiëren. Vanaf 2028 worden AVI’s alsnog onderdeel van EU ETS.
Om de uitstoot van AVI’s sneller te verminderen, verlaagt het kabinet het aantal vrijstellingen. In 2030 mogen AVI’s in totaal 1 megaton minder uitstoten. Dit wordt geregeld met de AVI-correctiefactor, die in 2030 op 0,4 wordt gezet. Dat betekent dat er nog 0,6 megaton aan vrijstellingen overblijft. De correctiefactor wordt vanaf 2026 stap voor stap ingevoerd en later mogelijk aangepast.
CO2-heffing glastuinbouw
Bedrijven die warmte leveren aan de glastuinbouw krijgen te maken met strengere regels. Ze vallen onder de CO2-heffing als minstens 75% van de warmte die ze met aardgas opwekken, direct of indirect naar kassen gaat.
Daarnaast zijn de CO2-heffingstarieven voor 2025-2028 verlaagd. n 2030 is het tarief €17,70 per ton CO2. De Belastingdienst gaat deze heffing uitvoeren. De eerste aangifte, over 2025 en 2026, moet in 2027 worden ingediend.
Vrijstelling kolenbelasting stopt in 2027
Vanaf 1 januari 2027 vervalt de vrijstelling van kolenbelasting. Dit geldt voor kolen die worden gebruikt voor andere toepassingen dan energieopwekking.
Motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s
Nu betalen eigenaren van een elektrische auto geen motorrijtuigenbelasting. Vanaf 1 januari 2025 verandert dat en geldt een kwarttarief. Oorspronkelijk zou deze korting in 2026 verdwijnen, waardoor elektrische auto’s – door hun hogere gewicht – meer belasting zouden betalen dan benzineauto’s. Daarom komt er een nieuwe korting: van 2026 tot en met 2029 geldt een tariefkorting van 25% voor emissievrije auto's. Dit is minder dan eerder werd aangekondigd in de Voorjaarsnota 2024. In het voorjaar van 2025 wordt opnieuw gekeken of deze korting voldoende is.
LPG-kortingsregeling blijft bestaan
Eerder was het plan om de LPG-G3-korting in de motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2026 af te schaffen. Maar de Tweede Kamer heeft dit teruggedraaid. Het geld dat daarvoor nodig is, wordt gehaald uit een verlaging van het budget voor de milieu-investeringsaftrek.
Wijzigingen in de BPM
Vanaf 1 januari 2025 verdwijnt de aparte BPM-tabel voor plug-in hybrides (PHEV’s). Dit heeft te maken met een nieuwe meetmethode voor CO2-uitstoot. Zonder deze aanpassing zou de BPM voor PHEV’s flink stijgen.
Ook verdwijnt in 2025 de BPM-vrijstelling voor bestelauto’s. Voor elektrische bestelauto’s zonder CO2-uitstootgegevens komt een standaardregeling.
Brandstofaccijns: tijdelijke verlaging verlengd
De tijdelijke accijnsverlaging op brandstoffen blijft gelden tot eind 2025. Daarna vervalt deze helemaal. Verder worden de accijnzen op benzine, diesel en LPGH in 2025 niet verhoogd. Ze blijven op het niveau van 1 juli 2023.