Skip to main content

Op weg naar een zorgrevolutie: de kracht van regionale samenwerking

Het recente rapport Met de stroom mee van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) schetst de mogelijke weg naar een duurzaam en adaptief zorgstelsel, met een omslag van concurrentie naar samenwerking in de eerste lijn. Die samenwerking is inderdaad het juiste uitgangspunt, stellen Claudia Brandenburg en Maurice Fransen van Deloitte. Daarbij is de regio de sleutel tot succes en heeft die regio de schaal om deze verandering te realiseren. Hierbij leidt het focussen op een stelselwijziging af van de urgentie om nú concrete stappen te zetten in de transformatie van de zorg.

Met haar rapport wil de RVS een advies geven aan het toekomstige kabinet  over hoe het zorgstelsel, dat in 2006 in werking trad, aangepast kan worden om ‘ruimte te bieden aan mensen om te doen wat nodig is’. De Raad pleit voor samenwerking in plaats van concurrentie bij het inkopen en aanbieden van huisartsenzorg, wijkverpleging, acute zorg en de ggz. Daarnaast stelt ze voor de zorg voor thuiswonende ouderen anders te organiseren. Dit betekent dat de WIz (Wet langdurige zorg) voor deze doelgroep losgekoppeld moet worden van de domeinen Wlz, Wmo en Zvw.

De Raad neemt hiermee nadrukkelijk afstand van de uitspraak in het coalitieakkoord dat het stelsel niet ter discussie staat. “Het stelsel staat wat ons betreft wél ter discussie”, gaf voorzitter Jet Bussemaker in de media aan.

Stelselwijziging ja of nee

 

Claudia Brandenburg, partner gezondheidszorg Financial Advisory Deloitte, noemt het een logisch rapport. “Mijn eerste gedachte was dat er op basis van de ontwikkelingen in de samenleving geen onverwachte dingen in staan”, zegt ze. “Maar mijn tweede gedachte was wel direct: stimuleert dit de innovatie die we nu nodig hebben? En voor welk probleem is dit de oplossing?”

Haar collega Maurice Fransen, partner en sector leader gezondheidszorg Deloitte, begrijpt dit voorbehoud goed. “Met de hoofdlijn van samenwerking en leren van elkaar kan niemand het oneens zijn”, vindt hij. “Ik zie zelf ook dat in het versnipperde zorglandschap de benodigde stappen op het gebied van technologische innovatie moeilijk te zetten zijn zonder een verschuiving van concurrentie naar samenwerking. Maar ik betwijfel of een stelselwijziging de juiste oplossing is om tot dat doel te komen.”

Brandenburg vult aan: “De vraag is inderdaad of een stelselwijziging noodzakelijk is om de juiste prikkels in het systeem te brengen. Er is geen garantie dat dit ons dichter bij het doel brengt, want er is geen duidelijke routekaart naar het behoud van toegankelijke en betaalbare zorg.” Beide Deloitte-partners begrijpen daarom ook de reactie van (nu demissionair) minister Ernst Kuipers van het ministerie van VWS, die de voorkeur geeft aan samenwerking en passende zorg op basis van het Integraal Zorgakkoord (IZA), in plaats van een ingrijpende stelselwijziging.

Nu stappen zetten

 

Samenwerking is geen doel op zich, benadrukt Brandenburg. “Het is een voorwaarde om een regionale aanpak en de noodzakelijke ICT-oplossingen te realiseren.” Ook een stelselwijziging is geen doel, menen Brandenburg en Fransen. Die zou veel kostbare tijd vergen. Het is nu juist belangrijk om snel stappen te zetten naar efficiëntere en innovatieve patiëntenzorg, waarbij zorgmedewerkers en patiënten zoveel mogelijk worden ondersteund door technologie en op afstand kunnen worden behandeld.

“Als je dingen gaat veranderen die niet gericht zijn op het doel, verspil je veel energie”, zegt Fransen. “Het is beter om ons daar niet door te laten afleiden en ons te concentreren op wat ons nu al dichter bij het doel kan brengen.” Hij meent dat de basisprincipes voor samenwerking al aanwezig zijn in het IZA, met als doel het implementeren van arbeidsbesparende technologie in de regio’s. “Als we hier actief mee aan de slag gaan, kunnen we al heel ver komen.”

Daarbij is goede uitleg over de veranderingen van essentieel belang, vult Brandenburg aan. Ze illustreert dit met een voorbeeld: “Als de prijzen van verbandmiddelen in verbandkasten worden vermeld, gaan verpleegkundigen daar efficiënter mee om, wat kosten bespaart. Maar we zien nu dat steeds meer patiënten thuis zorg ontvangen, patiënten die eerst in verzorgings- en verpleeghuizen verbleven. Neem als voorbeeld ogen druppelen. Als thuiszorg dit moet doen, kan ze twee patiënten per uur druppelen. In een verpleeghuis of verzorgingshuis was het mogelijk de hele verdieping in een uur te doen. De kosten van deze behandeling in de thuissituatie zijn daarmee vele malen hoger en dit prijskaartje moet transparant worden voor patiënt en zorgmedewerker. Met een groter aantal patiënten thuis wordt dit onhaalbaar en moeten er alternatieven worden ontwikkeld. Dat kan, maar het moet wel aan patiënten worden uitgelegd. Het gaat om acceptatie en gedrag van zowel patiënten als zorgmedewerkers.”

Samenwerking laten werken

Bekijk hier het EenVandaag item over de pop-up store in Roermond

Dergelijke zaken kunnen ook gewoon thuis worden gedaan. Het voordeel van de retail is dat er iemand aanwezig is om ondersteuning te bieden bij het gebruik van de technologie en advies kan geven. Dat kan de acceptatie bevorderen. “Maar de retail is natuurlijk slechts de eerste stap”, waarschuwt Fransen. “Uiteindelijk moet de hele keten onder de loep worden genomen. Het moet een holistische benadering zijn. En uiteraard is databeschikbaarheid daarbij essentieel. Daar moeten meer stappen in worden gezet. Een fundament voor databeschikbaarheid in plaats van een systeem voor elk probleem. Want we zien nu te veel losse oplossingen.”

Het belang van de regio

 

De kern, stellen Fransen en Brandenburg, is regionale samenwerking. “Het is lastig om de impact op bestaande organisaties in te schatten”, meent Brandenburg. “Dat maakt bestuurders wel terughoudend.”

Toch is het onontkoombaar, stelt Fransen. “Kijk bijvoorbeeld naar de grote potentie van medische servicecenters in de regio, waar alle patiëntsignalen centraal worden verwerkt. Daaraan kunnen functies worden toegevoegd, zoals online afspraken maken of contact met chatbots. Maar dan moet wel de hele keten worden aangepast. Het juiste uitgangspunt hiervoor is: hoe denkt en handelt de burger, en hoe kunnen we de spaarzame tijd van de verpleegkundigen optimaal benutten?”

Dat kan dan per regio tot een andere aanpak leiden”, vult Brandenburg aan. “In stedelijke gebieden spelen bijvoorbeeld andere gezondheidsvragen dan in rurale gebieden.” De burger als uitgangspunt nemen, zoals Fransen stelt, is wel een majeure omslag ten opzichte van hoe de zorg nu is georganiseerd. “Daarom noemen we het ook een transformatie”, concludeert Brandenburg nuchter. “Sommige partijen zullen natuurlijk ook nadelen ondervinden, maar die zullen ze moeten leren accepteren. Het is voor iedereen duidelijk dat deze transformatie noodzakelijk is.”

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in ICT & Health magazine.

Did you find this useful?

Thanks for your feedback

If you would like to help improve Deloitte.com further, please complete a 3-minute survey

Gerelateerde content