Tax maatregelen in de raamovereenkomst 2024-2028

Inleiding

Op 16 mei 2024 hebben de formerende politieke partijen PVV, VVD, NSC en BBB een Hoofdlijnenakkoord gesloten. In dit akkoord, dat uiteindelijk moet worden uitgewerkt tot een bestuursakkoord, zijn een aantal fiscale maatregelen opgenomen. Deze voorzien deels in het terugdraaien van een aantal voorgenomen verhogingen van belastingen en sociale premies, een aantal concrete belastingmaatregelen en een aantal nog te concretiseren fiscale beleidsvoornemens. Hieronder bespreken we de belangrijkste fiscale maatregelen.

Bedrijven

Het bedrijfsleven zal waarschijnlijk te maken krijgen met de volgende belastingmaatregelen:

• De afschaffing van de terugkoopfaciliteit in de dividendbelasting, die vanaf 2025 zou ingaan, wordt teruggedraaid.
  
• De zogenaamde renteaftrekbeperking voor vennootschapsbelastingdoeleinden wordt aangepast door de maximale renteaftrek te verhogen van 20% naar 25% van de gecorrigeerde winst. Dit aftrekpercentage zou meer in lijn zijn met het Europese gemiddelde.
• In tegenstelling tot wat in de Voorjaarsnota 2024 werd aangekondigd, komt er geen verlaging van de MKB-winstvrijstelling van 12,7% naar 12,03% in 2025.
• Er zal worden onderzocht of, en zo ja hoe, de belastingvoordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (die ook de 30%-faciliteit omvat) kunnen worden verminderd. Concrete maatregelen zijn nog niet genoemd.
• Vanaf 2026 wordt de bijdrage aan het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF) voor zowel vaste als flexibele contracten verhoogd met 0,1 procentpunt.
• Met ingang van 2025 wordt het tarief van de kansspelbelasting verhoogd van 30,5% naar 37,8%.
• Er zijn ook plannen om het belastingstelsel efficiënter te maken en verder te vereenvoudigen. De kabinetsperiode zal worden gebruikt om verdere stappen te zetten in het uitfaseren van negatief beoordeelde belastingregelingen en het aanpakken van onbedoelde regelingen. Dit zou 250 miljoen euro aan inkomsten moeten opleveren. Mochten de voorgestelde inkomsten echter niet worden gegenereerd, dan zal de inflatiecorrectie van de belastingschijven en heffingskortingen worden beperkt met behulp van de correctiefactor.

Particulieren

De volgende belastingmaatregelen zijn voorgesteld voor particulieren:

• Het Hoofdlijnenakkoord streeft naar meer loon voor werkenden door de lasten op arbeid te verlichten en het marginale belastingtarief voor burgers te verlagen. Dit omvat de invoering van een derde belastingschijf in de loon- en inkomstenbelasting. Bovendien zullen geleidelijke verbeteringen in de sociale zekerheid, belastingregelingen en toeslagen worden doorgevoerd om werken lonender te maken.
• Met ingang van 1 januari 2024 is een tarief van 24,5% in box 2 tot EUR 67.000 aan box 2-inkomen ingevoerd. Het tarief voor het meerdere is 33%, welk toptarief vanaf 2025 wordt verlaagd naar 31%. Hiermee wordt een wijziging van het Belastingplan 2024 zoals aangenomen door de Tweede Kamer teruggedraaid.
• Om het box 3-tarief, dat in 2024 36% is, te verlagen, komt structureel 100 miljoen euro beschikbaar. Het is nog onduidelijk tot welke tariefsverlaging dit zal leiden.
• In de komende jaren zal de aftrek voor giften in de personen- en vennootschapsbelasting worden verminderd, met een eerste stap in 2025. Vanaf 2028 zal er geen onderscheid meer zijn tussen verschillende soorten giften in de personenbelasting.
• De hypotheekrenteaftrek blijft bestaan en ook het eigenwoningforfait wijzigt niet.
• De verhoging van het minimumloon wordt vanaf 1 juli 2024 teruggedraaid.
• Vanaf 2025 komen er structurele bedragen beschikbaar om armoede terug te dringen. Deze bedragen worden gebruikt om de huurtoeslag (500 miljoen euro) en het kindgebonden budget (300 miljoen euro) te verhogen. Daarnaast zal de herziening van het kinderopvangsysteem (bijna gratis voor werkende ouders en overplaatsing naar instellingen) worden doorgevoerd.
  

BTW

Het kaderakkoord voorziet in een verhoging van de btw op de volgende twee gebieden:

• Het verlaagde btw-tarief voor logies wordt vanaf 2026 afgeschaft, waardoor het btw-tarief voor deze diensten op 21% komt. Campings zijn hiervan uitgezonderd.
• Het verlaagde btw-tarief voor cultuurgoederen en -diensten wordt vanaf 2026 afgeschaft. Dagtochten en bioscopen zijn hiervan uitgezonderd.

Energie- en milieubelasting

Tot slot bevat de kaderovereenkomst een aantal energie- en milieumaatregelen:

• De in de Voorjaarsnota 2024 aangekondigde verhoging van de energiebelasting (verhoging van de 3e, 4e en 5e schijf van de energiebelasting voor aardgas met 22,4% vanaf 2025 en met nog eens 2,7% in 2030) wordt teruggedraaid.
• De energiebelasting op aardgas wordt verlaagd door het tarief in de 1e en 2e schijf (tot 170.000 m3) te verlagen met 2,8 cent per m3 vanaf 2025, en met 4,8 cent per m3 in 2030.
• Vanaf 2027 wordt de belasting voor vliegtuigpassagiers gedifferentieerd naar afstand. Langeafstandsvluchten, die meer uitstoot veroorzaken, zullen dan zwaarder worden belast. Deze maatregel zal naar verwachting 248 miljoen euro aan inkomsten genereren.
• De accijnsverlaging op brandstoffen wordt verlengd tot en met 2025 en loopt na dat jaar af.
• De overheid zal het opzetten van een duurzaam wagenpark en de aanschaf van elektrische auto's blijven stimuleren. Maar de bijbehorende subsidies worden vanaf 2025 stopgezet, met uitzondering van de gewichtscorrectie in de motorrijtuigenbelasting.
• Vanaf 2027 wordt rode diesel voor de landbouwsector opnieuw ingevoerd.
• De salderingsregeling voor kleinverbruikers wordt vanaf 2027 in één keer volledig afgeschaft.
• Vanaf 2028 wordt een circulaire belasting op plastic ingevoerd.
  Benadrukt moet worden dat de bovengenoemde maatregelen nog niet definitief zijn. Ze moeten nog worden omgezet in wetsvoorstellen die door het Huis van Afgevaardigden en de Senaat moeten worden aangenomen.