Skip to main content

PSD3 en PSR: kleine aanpassing of ingrijpende herziening?

Initiatieven voor het verbeteren van de elektronische betalingsmarkt binnen de EU.

Op 28 juni 2023 heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd voor de Payment Services Directive 3 (PSD3) en de Payment Services Regulation (PSR) om gelijke tred te houden met de snelle ontwikkelingen op de EU-markt voor elektronische betalingen. In deze blog wordt uitgebreid ingegaan op de achtergrond en doelstellingen van deze voorstellen, en hoe ze zich verhouden tot de voorganger PSD2.
Deloitte Legal

Introductie

 

De EU-markt voor elektronische betalingen heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke groei doorgemaakt. Sinds de invoering van PSD2 in 2015 zijn de betalingsvolumes volgens de Europese Commissie (EC) gestegen van 184,2 biljoen EUR in 2017 naar 240 biljoen EUR in 2021 (ook versneld door de COVID-19-pandemie). Tegelijkertijd is de digitalisering van financiële diensten snel gevorderd (bijvoorbeeld de brede acceptatie van mobiele bankapps waarmee consumenten hun financiën via hun smartphones kunnen beheren). Om bij te blijven, heeft de EC voorstellen gepresenteerd voor de Payment Services Directive 3 (PSD3) en een nieuwe Payment Services Regulation (PSR), met als doel het fundament dat door eerdere PSD's is gelegd verder te versterken.

De voorstellen zijn gericht op het herzien van de bestaande regels om innovatie te bevorderen en eerlijke concurrentie op de elektronische betalingsmarkt te waarborgen, onder andere door niet-bancaire betalingsdienstaanbieders (PSP's) makkelijker te laten concurreren met banken. Tegelijkertijd zullen de consumentenbescherming en de veiligheid van transacties worden versterkt door de voorstellen. De vraag is of dit slechts een update betreft of een volledige herziening?

Nieuwe wetgeving en tekortkomingen van PSD2

 

De EC merkt op dat PSD2 effectief heeft bijgedragen aan het voorkomen van fraude door de invoering van Strong Customer Authentication (SCA). Bovendien heeft PSD2 de efficiëntie, transparantie en keuze van betaalinstrumenten voor consumenten vergroot. De EC merkt echter ook op dat PSD2 niet perfect was. Met deze voorstellen wil de EC enkele tekortkomingen van PSD2 aanpakken. De vier belangrijkste doelstellingen van PSD3 en PSR zijn:

  1. Verbeter de bescherming en veiligheid van de consument (en voorkom betalingsfraude
    Betalingsfraude is een aanzienlijk probleem in de betalingssector. Sinds PSD2 zijn er nieuwe vormen van fraude ontstaan, zoals 'spoofing' (imitatiefraude). Fraude-incidenten hebben een negatieve invloed op het vertrouwen van consumenten in het financiële systeem. Om betalingsfraude effectief te bestrijden en het vertrouwen van consumenten te behouden, willen PSD3 en PSR de consumentenbescherming versterken door klantauthenticatieregels te verbeteren, de uitwisseling van fraudegerelateerde informatie tussen betalingsdienstaanbieders te verhogen, IBAN/naammatching in te voeren en verschillende verbeteringen aan te brengen in consumentenrechten, zoals verhoogde transparantie en een uitgebreid recht op terugbetaling bij fraude.

  2. Gelijk speelveld creëren tussen banken en niet-bancaire PSP’s
    Wanneer het gaat om het aanbieden van betalingsdiensten, concurreren niet-bancaire PSP's (zoals betalingsinstellingen (PI's) en elektronischgeldinstellingen (EMI's) met banken. Aangezien voor dergelijke diensten echter een bankrekening vereist is, zijn niet-bancaire PSP's voor het verlenen van deze diensten afhankelijk van banken. Problematisch is dat PI's en EMI's vaak problemen ondervinden bij het verkrijgen van een bankrekening en daardoor worden uitgesloten van deelname aan het elektronische betalingssysteem. PSD3 en PSR hebben tot doel het speelveld tussen banken en niet-bancaire PSP's verder te egaliseren door de toegang van niet-bancaire PSP's tot een bankrekening te verbeteren. Argumenten om een bankrekening te weigeren moeten inhoudelijker zijn: banken moeten serieuze gronden hebben, bijvoorbeeld. verdenking van illegale activiteiten.

  3. Moedig Open Banking (OB) aan
    Nieuwe PSP's die OB-diensten aanbieden, hebben hun intrede gedaan op de betalingsmarkt. OB maakt het mogelijk om financiële gegevens veilig te delen tussen banken en PSP's, op verzoek en met toestemming van de consument. Dit moet de consument in staat stellen om zijn gegevens in zijn eigen voordeel te gebruiken (bijvoorbeeld een PSP biedt oplossingen die inzicht geven in het bestedingspatroon van een consument of het bijhouden van budget en besparingen). Het reguleren van OB was een belangrijke innovatie van PSD2. De EC maakt zich echter zorgen over de toegankelijkheid van OB-diensten voor PSP's zoals Account Information Service Providers (AISP's) en Payment Initiation Service Providers (PISP's). Andere zorgen hebben betrekking op de prestaties van interfaces voor gegevenstoegang en de controle die consumenten hebben over hun gegevensmachtigingen. Om deze problemen op te lossen en OB, innovatie en eerlijke concurrentie te verbeteren, zullen PSD3 en PSR een lijst van verboden belemmeringen voor gegevenstoegang invoeren (bijv. betalingsinitiatie via een PISP is beperkt tot begunstigden op de lijst van de betaler) en een machtigingsdashboard waarin gebruikers op elk moment toegang tot gegevens kunnen intrekken voor elke OB-provider. Hierdoor kunnen OB-gebruikers hun betalingsgegevens beter beheren en krijgen ze tegelijkertijd een duidelijk overzicht van de rechten die ze aan PSP's hebben verleend.

  4. Verbetering van de handhavingsmogelijkheden door nationale bevoegde autoriteiten
    Grensoverschrijdende betalingen komen steeds vaker voor, hoewel de meeste betaalsystemen nog steeds gericht zijn op nationale territoria. Het resultaat is een gefragmenteerde EU-betalingsmarkt (bijv. iDEAL werkt alleen in Nederland). PSD3 en PSR proberen dit op te lossen door:·      
  • het verplaatsen van bepaalde secties van PSD2, een richtlijn, naar PSR, een verordening. Hoewel de betreffende regels niet worden gewijzigd, zal deze wijziging resulteren in een meer samenhangend, uniform EU-rechtskader. Verordeningen hoeven niet in nationaal recht te worden omgezet: zij zijn rechtstreeks van toepassing;
  • samenvoeging van de Richtlijn Elektronisch Geld (EMD) in PSD3; de EMD en EMI's zullen komen te vervallen. Als gevolg hiervan zullen alleen PI's overblijven die geautoriseerd kunnen worden om elektronisch-gelddiensten aan te bieden. Dit zou de harmonisatie en vereenvoudiging van de toepasselijke wetgeving moeten bevorderen; en
  • versterking van de regels omtrent uitvoering en sancties door een lijst van overtredingen en de bijbehorende administratieve sancties en maatregelen op te nemen. Als gevolg hiervan zullen de aard van de sancties en maatregelen vooraf bekend zijn.

Conclusie

 

Aangezien de voorstellen nu zullen worden beoordeeld en besproken door zowel de Europese Raad als het Europees Parlement (wat meerdere jaren kan duren) en de gebruikelijke overgangsperiode van 18 maanden in acht moet worden genomen, zullen PSD3 en PSR waarschijnlijk eind 2026 in werking treden. Volgens de EC moeten PSD3 en PSR een evolutie of update van het EU-betalingskader vertegenwoordigen – geen revolutie of grote herziening. De definitieve impact van de voorstellen moet echter nog worden vastgesteld.

Neem contact met ons op voor meer informatie

 

Deloitte Legal volgt de laatste ontwikkelingen op dit gebied en kan u helpen om klaar te zijn voor PSD3 en PSR. Voor vragen over de PSD3- en PSR-voorstellen of andere financieelrechtelijke onderwerpen kunt u terecht bij Jochen Blaffert.

Did you find this useful?

Thanks for your feedback

If you would like to help improve Deloitte.com further, please complete a 3-minute survey