Carbon Capture and Storage (CCS) oplossing om moeilijk te reduceren industrieën te decarboniseren door toepassing in bio-energieproductie. Terwijl de eerste CCS-projecten aanzienlijke overheidssubsidies ontvangen, zal schaalvergroting van de oplossing investeringen vanuit de private sector vereisen. Daarom moet de investeerbaarheid van CCS-projecten worden aangepakt.
Dit is een samenwerking met Deloitte Frankrijk
Carbon Capture and Storage (CCS) wordt beschouwd als een van de belangrijkste oplossingen om moeilijk te reduceren industrieën te decarboniseren door toepassing in bio-energieproductie. Sinds de jaren '70 worden enkele elementen van CCS-technologieën gebruikt in de olie- en gas- en chemische industrie. Om de vereiste schaal te bereiken, moet CCS zich echter ontwikkelen tot een uitgebreide commerciële oplossing voor verschillende vervuilers, ondersteund door enorme infrastructuur. Commerciële volledige CCS-clusters ontwikkelen zich actief in Europa en de VS, met het eerste CO2-opslagproject van 1,5 Mtpa dat in 2024 in Noorwegen van start gaat. Ondertussen introduceren Europese regeringen actief verschillende regelgevingen om de opslagcapaciteit tegen 2030 met een factor 100 te vergroten.
Hoewel de eerste CCS-projecten aanzienlijke overheidssubsidies ontvangen, zal opschaling van de oplossing investeringen vanuit de private sector vereisen, voornamelijk van banken en grote infrastructuurfondsen. Om CCS echter 'bankable' te maken, moeten belangrijke investeringsdrempels worden aangepakt. Ten eerste moet CCS economisch aantrekkelijk zijn voor uitstoters, en ten tweede moeten verschillende technische en commerciële risico's voor zowel uitstoters als CO2-transport- en opslagproviders worden gemitigeerd. CCS-commerciële kaders zijn nog in ontwikkeling in Europa en de VS, waarbij de huidige focus voornamelijk ligt op het economisch acceptabel maken van CCS voor uitstoters. Uit de analyse blijkt dat alleen het VK een investeerbaar CCS-businessmodel heeft geïmplementeerd. Dit werd bereikt door een gestructureerde aanpak van clusterontwikkeling en het aannemen van de gereguleerde activa-basisbenadering, die de toegestane inkomsten bepaalt.
Hoewel uitstoters in het VK, Nederland en Denemarken lokale subsidies kunnen ontvangen om het verschil tussen CO2-afvangkosten en de EU ETS-prijs te dekken, moeten soortgelijke subsidies, zoals contracten voor verschil, in heel Europa worden ingevoerd om de CCS-businesscase levensvatbaar te maken voor uitstoters. Bovendien moet om CCS investeerbaar te maken en de markt open te stellen voor verschillende ontwikkelaars, een garantieachtige risicobescherming worden ingesteld om te ondersteunen bij laagwaarschijnlijke maar impactvolle gebeurtenissen (bijv. CO2-lekkage) totdat verzekeringsinstrumenten voor CCS zijn ontwikkeld. Ten slotte moet grensoverschrijdend CO2-transport en -opslag (d.w.z. het London Protocol) mogelijk worden gemaakt om uitstoters toegang te geven tot ideale opslaglocaties, concurrentie tussen ontwikkelaars te bevorderen en het risico van onderbenutting van opslag te verminderen door toegang te bieden tot een breder pool van uitstoters.
Auteurs: Stefano Ferri, Kirill Kalinkin