Hoe worden we GenAI-vaardig? En waarom is dat belangrijk?
De helft van alle werknemers krijgt te maken met generatieve AI (GenAI). En nieuwe wetgeving geeft strikte kaders voor het verantwoorde gebruik ervan. De komende jaren staan bedrijven en overheden dan ook voor een grote uitdaging: hoe integreren we de nieuwe technologie in onze manier van werken en brengen we de GenAI-vaardigheid van medewerkers op peil?
In de veranderingen die de wereld van werk en technologie doormaakt zijn de verschillende vormen van kunstmatige intelligentie (AI) belangrijke aanjagers. Wereldwijd krijgt naar verwachting de helft van alle banen te maken met deze nieuwe technologie. Toch is 41% van de organisaties hier niet of nauwelijks op voorbereid en slechts 13% van alle werknemers zegt enige AI-gerelateerde training te hebben gekregen.
AI is het nabootsen van menselijke vaardigheden met een computersysteem. Generatieve AI is een specifieke vorm van AI, die tekst, afbeeldingen, video's, computercode of andere gegevens kan genereren, doorgaans als reactie op getypte opdrachten (prompts).
Daarnaast is op 1 augustus 2024 de Verordening artificiële intelligentie (AI Act) in werking getreden om gemeenschappelijke regels en een juridisch kader te creëren voor de toepassing van AI in Europa. Deze nieuwe wet heeft niet alleen betrekking op aanbieders van kunstmatige intelligentiesystemen maar ook op alle organisaties die er professioneel gebruik van maken. Werkgeverschap en het managen van personeel zijn twee van de terreinen die daarbij als hoog-risico worden geclassificeerd. Bij overtreding van de nieuwe regels kunnen sancties opgelegd worden tot tientallen miljoenen euro's.
Belangrijk uitgangspunt: elke toepassing gaat gebruikt worden door mensen.
Technologie blijft mensenwerk
Het is duidelijk: de urgentie om gestructureerd en veilig met GenAI te werken is groot. Professionele organisaties staan voor een ingrijpende transformatie. De vraag is: Hoe ontwikkelen we de vaardigheden voor het gebruik van deze nieuwe technologie? Een belangrijk uitgangspunt is dat elke toepassing door mensen gebruikt gaat worden. In welke vorm dan ook, technologie blijft mensenwerk.
Organisaties die deze transitie ingaan hebben behoefte aan een doeltreffende strategie. Daarin kunnen zij hun behoeften beschrijven aan de hand van diverse dimensies: draagvlak creëren bij het leiderschap, stakeholders en veranderingen in kaart brengen, communiceren met betrokkenen, medewerkers opleiden en tot slot evalueren en verbeteren.
Elke doelgroep verdient materiaal op maat.
GenAI-vaardigheid voor elke doelgroep
Voor organisaties die met een dergelijke strategie de GenAI-vaardigheid op peil willen brengen heeft Deloitte een kant-en-klare aanpak ontwikkeld met een doorlooptijd van negen maanden. De belangrijkste doelgroepen zijn leidinggevenden, deskundigen, ondersteuners en generalisten. De aanpak bedient elk van deze doelgroepen met een leerroute op maat en ondersteunt dat met communicatie die afgestemd is op de specifieke behoeften van de gebruikers. De aanpak kent vier fasen:
1) Analyse en design
2) Start en activatie
3) Inbedding en monitoring
4) Opschalen en verbeteren
Fase 1 brengt de effecten van GenAI op het personeel in kaart aan de hand van de Workforce Impact Analyzer en de beschrijving van persona's. Deze leveren de datagebaseerde inzichten die nodig zijn om de juiste prioriteiten te stellen en leervormen te ontwikkelen. Van e-learningmodules en whiteboard animaties tot instructievideo's en podcasts: elke doelgroep verdient materiaal op maat. Communicatie, monitoring en verslaglegging maken ook deel uit van deze fase.
Activeren, informeren en verdiepen
In fase 2 start de feitelijke leerroute. Zo kan een typische route voor het leiderschap onder meer de volgende elementen bevatten: podcasts, een masterclass en intervisie. Fase 3 is gericht op de deskundigen en ondersteuners. De deskundigen kunnen na een activatie-evenement meerdere deepdivesessies verwachten, gevolgd door een GenAI hackathon en vaknieuws. Ook de ondersteuners krijgen informatie op maat om te zorgen dat zij optimaal de transitie en het omarmen van GenAI kunnen bevorderen. Daarin is ruimte voor het verdiepen van hun rol, bijvoorbeeld om de technologie uit te leggen of om aandacht te besteden aan het ethisch verantwoorde gebruik ervan. De vierde en laatste fase ontwikkelt de benodigde GenAI-vaardigheden bij de generalisten en de overige medewerkers.
Voldoen aan nieuwe wetgeving
Organisaties die op deze manier hun GenAI-vaardigheden ontwikkelen kunnen binnen een tijdsbestek van negen maanden draagvlak, kennis en adoptie bij alle doelgroepen op peil brengen. De strategische en betrouwbare benadering maakt de organisatie meer toekomstbestendig en zij versterkt hiermee structureel haar concurrentievoordeel. Wie de transitie zo aanpakt, kan bovendien beter voldoen aan huidige én toekomstige wetgeving.
* Voor meer informatie over onze GenAI fluency propositie kunt u contact opnemen met onze experts Naser Bakhshi en/of Robert van Barlingen.
