Skip to main content

CSRD implementatie benchmark voor banken

Vroege lessen en tips

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht bedrijven in de EU om transparanter te rapporteren over duurzaamheid. Deloitte volgde tien banken om te zien waar ze staan en welke lessen ze al hebben geleerd. We brachten de belangrijkste inzichten samen in een benchmark, die laat zien hoe banken CSRD aanpakken en welke uitdagingen en kansen er zijn. Dit biedt waardevolle input voor banken die hun implementatie willen verbeteren.

Stappenplan voor de implementatie van CSRD

 

Sinds 2024 moeten alle grotere banken in grote lijnen dezelfde stappen doorlopen op basis van een stappenplan voor de implementatie van de CSRD:

  • Visie en ambitie opstellen (ingebed in een dubbele materialiteitsbeoordeling).
  • Omgaan met wettelijke openbaarmakingsvereisten in verband met CSRD (bijvoorbeeld door middel van een ESRS-gap-beoordeling).
  • Processen, data en IT herdefiniëren.
  • Een governance- en controlskader opzetten of wijzigen.
  • Integratie van CSRD in jaarverslagen, afgestemd op andere ESG-rapportages (bijvoorbeeld mensenrechtenrapporten, klimaatrapporten, pijler 3 ESG).

 

Illustratieve CSRD-implementatieroutekaart

De aanpak en voortgang verschillen sterk per bank. Dit is misschien niet verwonderlijk, gezien hoe nieuw de vereisten zijn en hoe open voor interpretatie sommige van de richtlijnen zijn. Sommige banken hebben hun dubbele materialiteitsbeoordeling en ESRS-gap-analyse afgerond en starten 2024 met een duidelijk plan. Andere werken nog aan KPI’s en detailplannen en proberen losse eindjes snel aan elkaar te knopen.

Programmabeheer en -inspanningen

 

CSRD vraagt om samenwerking tussen verschillende afdelingen. De meeste banken hebben kleine kernteams die grotere groepen stakeholders aansturen. De komende fasen vragen echter om grotere teams en structurele aanpassingen in datasystemen en processen. Sommige grotere banken trekken tientallen nieuwe FTE uit om dit werk uit te voeren.

Een opmerkelijke strategie die door sommige banken wordt gevolgd, is een functieoverschrijdende aanpak. Gespecialiseerd personeel is schaars op de markt en de verleiding kan groot zijn om de beste collega’s uit andere interne functies 'weg te kapen'. Het is beter om samen te werken en zorgvuldig te plannen mensen het beste kunnen worden ingezet bij elke stap naar CSRD-naleving. Deze aanpak heeft als bijkomend voordeel dat er in de loop van de tijd collectieve kennis wordt opgebouwd.

Veel banken hebben de materialiteitsbeoordeling geleid vanuit Sustainability, maar de verantwoordelijkheid verschuift naar financiële en (ESG) risk functies om de rapportage verder te implementeren. Dit past bij de CSRD/ESRS-structuur, waarin doelstellingen, beleid, acties en maatstaven samenkomen. Waar we meer verschillen zien is de mate van centralisatie en eigenaarschap. We zien dat sommige banken veel experts betrekken in een adviserende rol, wat efficiënt kan zijn bij kennisdeling, maar verwarrend bij besluitvorming. De mate van integratie met andere ESG-transitie- of rapportageprogramma's varieert ook. Met name bij de grotere internationale banken, waar we een aantal uitdagingen zien in de afstemming tussen moeder- en dochtermaatschappijen die soms verschillende methodologieën hanteren, wat resulteert in verschillende uitkomsten.

Dubbele materialiteitsbeoordeling

 

Ook de methodologie en resultaten van de materialiteitsbeoordeling lopen uiteen. Sommige banken bouwen voort op eerdere analyses, terwijl andere een volledig nieuwe aanpak hanteren. Over het algemeen hebben banken die vooraf duidelijke criteria vaststelden, de analyse sneller afgerond.

Expertgestuurde beoordelingen leidden vaak tot langere lijsten met materiële onderwerpen. Banken waarbij Finance een leidende rol speelt in de materialiteitsbeoordeling hebben vaak kortere lijsten, waarschijnlijk omdat ze meer nadruk leggen op de betrouwbaarheid van wat gerapporteerd moet worden.

Hoewel sommige banken alle tien thematische ESRS-standaarden als materieel beschouwden, richten de meeste banken zich op zo'n vijf tot zeven standaarden. Bepaalde onderwerpen, zoals klimaatverandering (E1), worden door alle banken als materieel beschouwd. Eigen medewerkers (S1), consumenten (S4) en zakelijk gedrag (G1) zijn bijna altijd materieel. Alle standaarden moeten de aard van het unieke bedrijfsmodel van elke bank weerspiegelen en doen dat ook. Vervuiling (E2) en biodiversiteit (E4) zijn bijvoorbeeld vaak materieel bij banken met grotere agrarische portefeuilles.

 

Heatmap - frequentie van DMA uitkomsten

Er is enige verdeeldheid over deze classificaties. Wat alle banken gemeen hebben, is dat de beslissing om een onderwerp wel of niet als materieel te bestempelen, aanleiding was voor multidisciplinaire discussies.

Blik op de toekomst

 

Het proces tot nu toe is soms lastig geweest. Dit is te verwachten voor een nieuw en complex onderwerp als CSRD. Zelfs sommige gerenommeerde financiële instellingen raakten in de knoop. Eenvoudige zaken, zoals het duidelijk krijgen van gegevensdefinities, zorgden vaak voor problemen.

Maar er is licht aan het einde van de tunnel. In landen als Frankrijk, waar ESG-rapportage al langer verplicht is, verloopt de aanpassing aan CSRD soepeler. Toekomstige rapportagecycli zullen dan ook eenvoudiger zijn dan de eerste.

Deloitte helpt banken om deze lessen toe te passen en hun CSRD-implementatie te versnellen. Een sterke aanpak levert niet alleen naleving op, maar ook waardevolle inzichten om de bank duurzaam te sturen.

Did you find this useful?

Thanks for your feedback