Digitale technologieën hebben het voor veel werknemers mogelijk gemaakt om het werk op ieder ogenblik uit te voeren. Naast verschillende voordelen, zoals een grote flexibiliteit, heeft dit fenomeen ook enkele minder gunstige bijwerkingen. Zo heeft het toenemend gebruik van digitale hulpmiddelen tot gevolg dat er een “permanente connectie” ontstaat. Dit heeft vaak een negatieve invloed op de eerbiediging van de rusttijden en op het evenwicht tussen het beroeps- en het privéleven van uw werknemers. Dit is onfortuinlijk, aangezien het recht op deconnectie bijdraagt tot hun welzijn en prestaties.
Een eerste stap om tegemoet te komen aan deze problematiek, werd al gezet in de wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie. In deze wet werd bepaald dat werkgevers met regelmatige tussenpozen een overleg over het recht op deconnectie moeten organiseren binnen het comité voor preventie en bescherming op het werk. Er werd echter geen bindende kracht aan deze bepalingen verleend.
Het De wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen, de “arbeidsdeal”, voorziet voortaan in een afdwingbaar recht op deconnectie. Hiermee is het recht op deconnectie finaal verankerd in de Belgische wetgeving.
Ondernemingen met minstens 20 werknemers moeten een akkoord sluiten over de concrete uitwerking van het recht op deconnectie. Bij voorkeur gebeurt dit via een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau. Bij gebrek aan een ondernemings-cao, kan de regeling opgenomen worden in het arbeidsreglement.
Wanneer er echter een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorniveau of in de Nationale Arbeidsraad wordt gesloten, vervalt de verplichting in hoofde van de onderneming om zelf een cao te sluiten of het arbeidsreglement aan te passen.
Het akkoord dat het kader schetst voor het recht op deconnectie moet minstens het volgende bepalen:
De oorspronkelijke termijn waartegen het recht op deconnectie geïmplementeerd moest worden, lag op 1 januari 2023. Aangezien deze deadline zeer nipt was, geeft de FOD WASO 3 maanden uitstel in de praktijk. Ondernemingen moeten hun cao of afschrift van het arbeidsreglement, met daarin de afspraken rond deconnectie, uiterlijk neerleggen of bezorgen op 1 april 2023.
Ondernemingen met meer dan 20 werknemers die geen afspraken omtrent deconnectie hebben gemaakt tegen 1 april 2023 kunnen op de vingers getikt worden door de inspectiediensten. Daarnaast kunnen werknemers ook een klacht indienen bij de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, de inspectiediensten of de vakbond.
Gelet op het grote belang van deconnectie, is het een positieve evolutie dat de wetgever nu een duidelijk kader gecreëerd heeft. De vraag kan echter gesteld worden of werknemers die werken binnen een onderneming met minder dan 20 werknemers minder nood hebben aan het recht op deconnectie dan werknemers binnen een onderneming met meer dan 20 werknemers. Ook voor bedrijven met minder dan 20 werknemers kan het opportuun zijn om dit topic op de agenda te plaatsen.
Om de positieve gevolgen van het recht op deconnectie ten volle te zien, is het bovendien belangrijk om te zorgen voor een bedrijfscultuur die het recht van werknemers om de verbinding te verbreken ook in de praktijk erkent. Ook in de toekomst zal het immers vaak moeilijk blijven om een goede balans tussen werk en privé te vinden.