Skip to main content

Contracteren anno 2023: kent u de spelregels?

De invoering van het nieuw verbintenissenrecht als juridische basis voor alle overeenkomsten is vanaf januari een feit. Samen met andere recente wetswijzigingen vormt het gemoderniseerde verbintenissenrecht het nieuwe juridische speelveld waarbinnen onderhandelingen kunnen plaatsvinden en waaraan overeenkomsten moeten voldoen. Een overzicht:

Nieuw verbintenissenrecht

Het nieuw verbintenissenrecht kent een brede toepassing en geldt met ingang van 1 januari 2023 als wettelijke basis voor alle type overeenkomsten ongeacht de vorm (bv. templates, specifieke overeenkomsten, algemene voorwaarden, etc.) en ongeacht de partijen (B2B, B2C, C2C of t.a.v. overheden). De belangrijkste innovaties bestaan uit:

  • Verbod op onrechtmatige bedingen. Een clausule die een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen is nietig. Dit betreft een algemeen verbod op onrechtmatige bedingen.
  • Tegenstrijdige algemene voorwaarden. Bij tegenstrijdige algemene voorwaarden (bv. de leverancier bezorgt zijn algemene verkoopvoorwaarden en de afnemer bezorgt zijn algemene aankoopvoorwaarden) vindt de zogenaamde “knock-out” regel toepassing. Op grond hiervan maken beide sets van algemene voorwaarden deel uit van het contract, met uitzondering van de onverenigbare bedingen. In deze situatie is het dus mogelijk dat u zich niet op enkele essentiële clausules uit uw algemene voorwaarden kan beroepen waardoor het belangrijk is om de toepassing van essentiële bepalingen duidelijk te onderhandelen en, indien nodig, vorm te geven in een contract.
  • Verandering van omstandigheden. Bij een onvoorziene verandering van omstandigheden die de uitvoering van een overeenkomst buitensporig zwaar maken (en dus niet onmogelijk zoals bij overmacht), kan een contractspartij aan de wederpartij vragen om het contract te heronderhandelen. De voorwaarden voor de toepassing van deze “verandering van omstandigheden” kunnen contractueel worden vastgelegd (bv. voorwaarden die recht geven op het doorvoeren van een prijsstijging).
  • Precontractuele aansprakelijkheid. De stelling enkel gebonden te zijn vanaf ondertekening van het contract is niet correct. Wanneer u tijdens onderhandelingen het rechtmatig vertrouwen hebt gewekt bij uw tegenpartij dat het contract zonder enige twijfel gesloten zou worden, riskeert u een schadevergoeding indien u de onderhandelingen zonder gegronde reden zou afbreken. Deze schadevergoeding kan naast de gemaakte kosten voor de onderhandelingen ook bestaan uit de verwachte voordelen of winst uit het contract voor de tegenpartij.
  • Anticiperen op wanprestatie tegenpartij. Het nieuw verbintenissenrecht voert de mogelijkheid in om te anticiperen op een toekomstige wanprestatie van de tegenpartij (nog voor deze heeft plaatsgevonden) en het contract voortijdig te (laten) ontbinden. Deze ontbinding wordt evenwel aan strikte voorwaarden onderworpen, die partijen contractueel kunnen preciseren (bv. bij onvoldoende fondsen van de tegenpartij met risico op niet-betaling) of zelfs uitsluiten.
     

B2B-wet

De B2B-wet stelt, sedert haar inwerkingtreding in 2020, in belangrijke mate een einde aan de contractvrijheid die vroeger van toepassing was in B2B-context. Hierbij werd onder meer een zwarte lijst, een grijze lijst en een algemene norm voor onrechtmatige bedingen tussen ondernemingen ingevoerd. 
 

Maximale betalingstermijn tussen ondernemingen

Sedert de inwerkingtreding op 1 februari 2022 heeft de wetgever het toekennen van lange betalingstermijnen in handelstransacties tussen ondernemingen aan banden willen leggen. Ongeacht of de afnemer en/of de leverancier een kmo of grote onderneming is, is de wettelijke betalingstermijn 30 dagen na ontvangst van de factuur of de levering van de goederen of diensten. Deze termijn mag contractueel (hetzij via een afzonderlijk contract, hetzij impliciet via de aanvaarding van algemene voorwaarden) wel worden verlengd tot maximaal 60 dagen. Is de contractuele termijn langer dan 60 dagen, wordt dit beding voor niet geschreven gehouden en wordt teruggevallen op de wettelijke termijn van 30 dagen.

 

Verboden bedingen in leveringsovereenkomsten binnen de landbouw- of voedingssector  

De Belgische wet vormt een omzetting van een Europese richtlijn die ervoor moet zorgen dat kleine en middelgrote leveranciers binnen de landbouw- of voedingssector beter beschermd zijn tegen grote afnemers. Op grond van de wet worden verschillende oneerlijke handelspraktijken en verboden bedingen tussen leverancier en afnemers binnen deze sector beteugeld (bv. maximumbetalingstermijn voor bederfelijke voedingsproducten van 30 dagen). Uiterlijk op 15 december 2022 moeten bestaande leveringsovereenkomsten in overeenstemming gebracht worden met deze wet.
 

Conclusie

Voornoemde wetswijzigingen hebben het juridische speelveld van onderhandelingen en contracten grondig gewijzigd. Het is dan ook geen overbodige luxe om uw overeenkomsten en algemene voorwaarden te laten nakijken zodat nietige clausules worden vermeden en clausules in uw voordeel kunnen worden geoptimaliseerd. Heel wat bepalingen kunnen namelijk uitdrukkelijk worden uitgesloten of in functie van uw specifieke noden worden gemoduleerd.

Neem gerust contact met ons op om de impact van deze wijzigingen op uw contracten en algemene voorwaarden in kaart te brengen.

Aanbevolen voor jou