Skip to main content

Van grote waarde: duurzaamheidsrapportage in de publieke sector

Ook al is de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) op publieke organisaties doorgaans niet van toepassing, toch zijn veel van hen bezig met duurzaamheidsverslaglegging. Deloitte doet jaarlijks onderzoek naar de stand van zaken. Een gesprek over ambities en uitdagingen met Harriette Laurijsen, Strategisch adviseur duurzaamheid bij Radboudumc, Roelien Ritsema van Eck, lid Raad van Bestuur bij woningcorporatie de Alliantie, Melle Schol en Joey Hodde, respectievelijk Verandermanager en Senior Sustainability Strategist bij de gemeente Amsterdam.

Juwi Liu, Director Assurance bij Deloitte, werkt als adviseur in de publieke sector en richt zich op ESG - accounting en rapportage. Houdt zich bezig met vraagstukken rond CSRD en control met betrekking tot duurzaamheid: “Ik breng mijn kennis en ervaring graag in om duurzaamheidsrapportages te verbeteren en zo het inzicht te vergroten en bij te dragen aan de duurzaamheidstransitie.”

Bart Blomjous, Director Audit bij Deloitte, is eindverantwoordelijk accountant voor gemeenten en zorginstellingen. Daarnaast besteedt hij samen met Juwi een deel van zijn tijd aan het verbeteren en verbreden van duurzaamheidsverantwoordingen door publieke instellingen.

Ruimte voor concretisering en meer impact

 

In 2024 heeft Deloitte voor de tweede keer het ESG-Quickscanonderzoek uitgevoerd in de publieke sector op basis van openbare data. Hiervoor zijn jaarverslagen en duurzaamheidsverslagen bestudeerd van de honderd grootste publieke organisaties, van onderwijs tot gezondheidszorg, van woningcorporaties tot gemeenten en provincies. Het onderzoek wijst op de kansen die er zijn om ambities verder te concretiseren naar meetbare strategieën en KPI's. Vooral op het gebied van sociale en governanceaspecten liggen er mogelijkheden om de rapportage en verantwoording te versterken. Daarnaast biedt de waardeketen nog veel ruimte voor verdere inzichten die kunnen bijdragen aan het vergroten van de duurzaamheidsimpact.

Het onderzoek benadrukt het potentieel voor verdere groei en verbetering. De publieke sector kan haar rol in duurzaamheid verder versterken, waarbij duurzaamheidsverantwoording een krachtig middel kan zijn om deze transitie te versnellen. Wij spraken erover met vier koplopers.

Geen verplichting, veel extra werk: waarom zetten jullie toch in op duurzaamheids-verslaggeving?

 

Laurijsen: "Wij rapporteren al jaren over duurzaamheid, we vinden dat belangrijk. Enerzijds voor onszelf: het geeft zicht op hoe wij ervoor staan, hoe we presteren op onze doelstellingen. Anderzijds omdat wij verantwoording willen afleggen naar het publiek. We willen transparant zijn over onze impact op het milieu en op het sociale domein. Wij zien het als onze maatschappelijke plicht."

Schol: "De gemeenteraad van Amsterdam heeft een motie aangenomen waarin de wens werd uitgesproken om te kunnen sturen op CO2, zoals dat ook al gebeurt op geld. Onze doelstellingen worden daarom niet alleen in financiële termen gedefinieerd maar ook in termen van duurzaamheid."

Hodde: "Als publieke organisatie zien wij overigens wel een mismatch met de CSRD. Die richtlijn zien wij meer als een instrument dat specifiek ontworpen is om commerciële bedrijven bij te sturen, terwijl een gemeente toch haar bestaansrecht vindt in het dienen van haar inwoners. Desalniettemin gebruiken wij nu de begroting om sturing te geven aan alle duurzaamheidsinitiatieven. Daarvoor brengen we veel verschillende monitoren samen. Waar we voorheen een beeld gaven van afzonderlijke data uit de verschillende sectoren, bijvoorbeeld de haven of de industrie, vormt dat nu een geïntegreerd fundament voor het beleid."

Ritsema van Eck: "Soms denk ik wel eens dat we wetgeving hadden kunnen voorkomen door met z’n allen eerder te acteren. Maar goed, in praktijk moeten regels er toch vaak voor zorgen dat mensen en organisaties in beweging komen. Overigens hebben wij met de Alliantie Ontwikkeling als enige corporatie een bedrijf dat wél aan de CSRD-wetgeving moet voldoen. Maar ook zonder die verplichting hadden wij dit thema zeker opgepakt."

"Hoe koppelen we handelingsperspectief aan de gestelde doelen?"

Joey Hodde, Senior Sustainability Strategist bij de gemeente Amsterdam

Wat zijn de grootste uitdagingen?

 

Ritsema van Eck: "Twee dingen. Je hebt heel veel data nodig en die moet je zorgvuldig administreren over de hele keten heen. Alle data binnen de eigen organisatie zijn al bijzonder complex, laat staan alle gegevens die we met onze leveranciers, opdrachtnemers en andere ketenpartners moeten delen."

Hodde: "Centrale uitdaging voor ons is: hoe koppel je handelingsperspectief aan de gestelde doelen? Zeker als je bedenkt dat een gemeente als Amsterdam zich bezighoudt met een enorme diversiteit aan kerntaken, van bijstandsuitkeringen tot mobiliteitsplannen en afvalverwerking. Die taken zijn verdeeld over 52 directies. Tel daarbij op dat we ongeveer 170 duurzaamheidsdoelstellingen hebben en tien begrotingsprogramma's, dus er zijn nogal wat knoppen waar je aan kunt draaien."

Laurijsen: "Een andere grote uitdaging is: hoe vind je de goede KPI's bij de doelstellingen die je hebt? Als je je voorneemt om bijvoorbeeld maximaal 25% restafval te bereiken in 2030, dan loop je ook het risico dat je daarmee de doelstelling plat slaat — en de bedoeling uit het oog verliest. Daarnaast: is een kwantitatieve rapportage ook rijk genoeg om het kwalitatieve beeld te schetsen? De vraag is dus ook: hoe kunnen we heel concreet rapporteren en toch recht doen aan het totale plaatje?"

Hoe faciliteer je de uitvoering? Maak je dan alsnog gebruik van de CSRD?

 

Laurijsen: "Wij werken vooral veel samen met de overige UMC’s binnen de NFU maar ook met andere  partners van  de Green Deal Duurzame Zorg zoals  NVZ en ZN. Gezamenlijk kijken we hoe we de doelstellingen zo goed en slim mogelijk kunnen halen, onder andere door het delen van kennis. We werken samen bij het opstellen van een framework voor de rapportage. We maken bijvoorbeeld gebruik van elkaars ervaringen bij het uitvoeren van de stakeholderanalyse en de dubbele materialiteitsanalyse. Als je conform CSRD wilt rapporteren, dan komt daar veel bij kijken. Om het behapbaar te maken, dienen scherpe keuzes gemaakt te worden waar je wel of niet over gaat rapporteren. Drie strategische materiële thema’s zijn uit onze materialiteitsanalyse naar voren gekomen: gezondheid, vitale medewerker en CO2-emissie. Echter, omdat wij niet CSRD-plichtig zijn, nemen we de vrijheid om ook te rapporteren over andere urgente thema’s zoals circulariteit en biodiversiteit, op een manier die niet volledig voldoet aan de CSRD."

Hodde: "Als het om het meten van resultaten gaat, is er verschil tussen het bedrijfsleven en de de overheid. Een overheid gaat meestal over veel meer dingen dan een gemiddeld bedrijf. En wat bij ons onder resultaten gerekend zou kunnen worden gaat zelfs nog een stuk verder dan de domeinen waar de CSRD over gaat. Zo krijgt allocatie van middelen ook veel meer aandacht dan het fijnslijpen van de meetbaarheden. Vanuit dat inzicht zie ik de begroting in de eerste plaats als een instrument om eigenaarschap te versterken voor bepaalde thema's. En zodra iedereen eigenaarschap voelt, is de volgende stap dat er ook rekenschap wordt afgelegd. Op metaniveau zou je kunnen zeggen: je wilt dat iedereen duurzame dingen doet, maar vooral, dat iedereen z'n dingen duurzaam doet."

Schol: "Daarnaast blijven we natuurlijk continu afwegingen maken vanuit de maatschappelijke opdrachten die we als gemeente hebben. Bouw je drie duurzame schoolgebouwen? Of bouw je er voor hetzelfde geld toch vijf die niet duurzaam zijn?"

" De financiële en de maatschappelijke administratie zouden we gelijkwaardig moeten beoordelen - en met gelijkwaardige inspanning behandelen."

Harriette Laurijsen, Strategisch adviseur duurzaamheid bij Radboudumc

Zijn de administratieve lasten te verantwoorden, zowel in de organisatie als daarbuiten?

 

Ritsema van Eck: "Het administreren zal slimmer moeten gebeuren. Hopelijk gaan we daarin ook veel van elkaar leren. Momenteel is iedereen elkaar aan het bellen voor interviews. Want wat vind je als stakeholder belangrijk van de ander? We merken ook dat er grote niveauverschillen zijn in de kennis, ervaring en verwachtingen van partijen. Iedereen is op zoek naar houvast. Hoe hoog leg je de lat? Wat verwacht je van elkaar? Banken vragen ernaar, opdrachtnemers ook. Ik heb alle vertrouwen dat op den duur de hele keten elkaar daarin steeds beter zal bijsturen en dat wij met elkaar een gemeenschappelijke standaard ontwikkelen."

Hodde: "Voor kleinere gemeenten is het heel anders dan voor Amsterdam. Zij moeten vaak met z'n drieën hetzelfde werk doen waar bij ons misschien wel honderdvijftig mensen aan werken. Onze circulariteitsmonitoren, die alle inkomende en uitgaande materiële stromen modelleren? Die methodiek is niet voor iedere organisatie weggelegd, maar bijvoorbeeld de klimaatmonitor biedt al een veel haalbaarder instrumentarium. Het zal dus lastig zijn om tot een standaardaanpak te komen die voor organisaties van elke omvang werkt, ook al kan ik me voorstellen dat er wel gemeenschappelijke elementen moeten zijn. Gemeenten kunnen elkaar daar ook zeker helpen, bijvoorbeeld bij CO2-rapportage. Dus als je niet al te veel menskracht hebt, beperk dan je administratieve lasten door te focussen op de thema's waar je de grootste impact mee maakt"

Laurijsen: "We mogen ook wel eens anders gaan kijken naar de verdeling van de administratieve lasten. Als ik zie hoeveel menskracht er in de gezondheidszorg beschikbaar is voor de financiële verslaggeving ten opzichte van de duurzaamheidsverslaggeving, dan vind ik dat dat best wat eerlijker verdeeld mag worden. Wat mij betreft krijgen beide dezelfde waarde en wordt de administratie met gelijkwaardige inspanning behandeld."

Hoe hebben jullie de rollen en verantwoordelijkheden in de organisatie gedefinieerd?

 

Laurijsen: "Duurzaamheid is sinds dertien jaar opgenomen in onze strategie en is nu zelfs een van onze strategische speerpunten. Ons streven is: ‘Alles wat we doen, doen we duurzaam’. In de titel van ons eerste duurzaamheidsbeleid weerklonk onze ambitie ‘duurzaamheid in de genen’. We willen dat alle 12.000 mensen die bij ons werken of studeren het duurzame gedachtegoed integreren in hun handelen. Om deze reden hebben we ervoor gekozen om duurzaamheid ‘in de lijn’ te organiseren. Er is dus geen ‘afdeling duurzaamheid’ die zorg draagt voor het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen. Idealiter wordt in alle besluitvorming duurzaamheid meegewogen — net zoals er aandacht is in beslissingen voor financiën en patiëntveiligheid. Op strategisch-tactisch niveau sturen we aan met centrale programma’s, op operationeel niveau faciliteren we de bottom-up flow via onder andere Green Teams op afdelingen.”

Ritsema van Eck: "Bij ons ligt de verantwoordelijkheid bij financial reporting, die ook de jaarrekening opmaken, omdat duurzaamheidsverslaggeving een groot bestanddeel gaat worden van de jaarrekening. Daarbij hebben we verantwoordelijken per thema, dus bijvoorbeeld de HR-manager, de circulariteitsexpert en de assetmanager zorgen ook voor een belangrijke bijdrage. De organisatie is breed betrokken, het raakt tenslotte iedereen."

Welke concrete doelen wil je de komende vijf jaar bereiken?

 

Laurijsen: "Naast inhoudelijke duurzame doelen zetten wij in op betere verslaglegging, onder andere door het verkrijgen van meer en betere data. Inzicht hierin helpt bij het maken van beleidskeuzes. Er ontbreekt bijvoorbeeld nog veel data over onze indirecte CO2-emissies (scope 3) in de keten: ik zou het heel mooi vinden als wij over vijf jaar onze indirecte emissies, net als onze directe emissies, goed in beeld hebben en dat we een significante daling zien in deze cijfers. Ook is het stimulerend als data beschikbaar komt op afdelingsniveau in plaats van organisatiebreed niveau. Dan kunnen de afdelingen direct sturen op hun eigen resultaat. Als ik het zou moeten samenvatten: over vijf jaar is er een volwaardige rapportage over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Met gelijkwaardige aandacht voor financieel en maatschappelijk."

Schol: "Ook wij willen beter kunnen sturen op duurzaamheidsdoelen, net zoals we dat al doen op financiële targets. De kwaliteit van duurzaamheidsdata zal hoog moeten zijn, en de vraag wordt: hoe verbindt je die met de financiële data? Hoe formuleer je de duurzame businesscase? Kun je van CO2 net zo'n sterke rekeneenheid maken als geld? En kun je de systematiek van de financiële wereld geschikt maken voor het sociale en het milieudomein? Overigens geloof ik niet dat we moeten wachten totdat de duurzame data net zo keihard zijn als de financiële. Bestuurders zullen ruimte moeten geven voor niet-financiële afwegingen. Daarvoor zijn ook nieuwe woorden nodig, om het belang van die niet-financiële zaken treffend en overtuigend te raken."

"Liefst zouden we een platform willen waar je alle informatie met elkaar kan delen."

Roelien Ritsema van Eck, lid Raad van Bestuur bij woningcorporatie de Alliantie

Kijk je ook naar de rest van de waardeketen om te bepalen waar de meeste impact valt te maken?

 

Hodde: "Als gemeente heb je over sommige partners veel minder te zeggen dan over andere. Met sommige partners heb je puur een opdrachtgeversrelatie, in andere zijn we zelfs aandeelhouder. Om zaken transparant te houden onderscheiden wij effectindicatoren en transitie-indicatoren. Stel, je spreekt nu bepaalde doelstellingen af met een groot afval- en energiebedrijf, dan wordt het resultaat daarvan pas enkele jaren later zichtbaar in de effectindicatoren. Maar de transitie-indicatoren laten al zien dat er wel iets gaat gebeuren."

Ritsema van Eck: "Verschillende ketenpartners vragen momenteel allemaal nog op hun eigen manier gegevens uit. Ook financiële partijen gebruiken daarvoor verschillende formats. Dat zorgt voorlopig nog voor veel extra administratieve lasten. Liefst zouden we naar een platform toe willen waar je al je informatie met elkaar kan delen."

Tot slot, wat zouden jullie andere organisaties willen meegeven?

 

Hodde: "Je hoeft niet alles perfect te weten voordat je gaat handelen. Als je al weet dat de grootste impact zit in de gebouwde omgeving en de mobiliteit, dan hoef je niet jarenlang achter de komma door te blijven rekenen om in die domeinen alvast stappen te zetten."

Schol: "Duurzaamheidsdata zullen de komende jaren nog niet zo hard zijn als de financiële data. Laat je daardoor niet afremmen. Spreek gesprekspartners gerust aan op hun persoonlijke afwegingssyteem: 'Wat voor stad wil je zijn?'"

Ritsema van Eck: "En verspil geen tijd met mopperen. Beschouw nieuwe ontwikkelingen als kans, steek je energie in de positieve aspecten en breng zaken in beweging om de hele keten beter te maken."

Laurijsen: "Last but not least, zoek de samenwerking met partners en ga samen stapsgewijs aan de slag."

Aan de slag met rapport en handreiking

 

Voor wie een eerste stap wil zetten op het gebied van duurzaamheidsrapportage, maar ook voor degenen die al vergevorderd zijn: het verslag van ons onderzoek — met inzichten en aanbevelingen per sector — is beschikbaar als download.

Daarnaast is er de 'Handreiking Duurzaamheidsrapportage en -verantwoording voor decentrale overheden'. Deze gids met richtlijnen en praktische tips voor het meten, rapporteren en verbeteren, is ontwikkeld door de ‘Coalition of the Willing’, waar Deloitte deel van uitmaakt.

Did you find this useful?

Thanks for your feedback