Onder het VVPRbis-stelsel hebben kleine vennootschappen de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden dividenden uit te keren aan een verlaagde roerende voorheffing van 15 % of 20 %. Recent werden enkele wijzigingen aan dit stelsel aangebracht voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 01/01/2022.
De sommen die initieel bij de uitgifte van de aandelen onderschreven werden, moeten voortaan volledig volstort zijn om in aanmerking te komen voor dit gunstregime. Vennootschappen die een vrijstelling van volstortingsplicht hebben voorzien, kunnen hierdoor mogelijk hun recht op toepassing van dit stelstel verliezen. Vennootschappen die voormelde vrijstelling hebben toegepast tussen 01/05/2019 en 15/12/2021 genieten van een overgangsregeling. Deze biedt de mogelijkheid om vóór 31/12/2022 een kapitaalverhoging in geld door te voeren –zonder uitgifte van nieuwe aandelen– om zo het gestorte kapitaal opnieuw op dezelfde hoogte van het initieel onderschreven bedrag te brengen. Let echter op met welk geld u deze kapitaalverhoging financiert. Bepaalde middelen die afkomstig zijn van verbonden vennootschappen worden immers voor de toepassing van het VVPRbis-stelsel uitgesloten, waardoor de kapitaalverhoging die ermee gefinancierd wordt, geen recht geeft op het fiscale voordeel.
Het huidige verbod op uitgifte van preferente aandelen wordt vervangen door een verbod waaraan een voorkeurrecht verbonden is ten aanzien van de deelname in het kapitaal of in de winst of ten aanzien van de verdeling van het maatschappelijk vermogen. Dit verbod slaat enkel op aandelen die worden uitgegeven in het kader van de VVPRbis-regeling.