In ons artikel ‘Hervorming patrimoniumtaks: de meest opvallende veranderingen’ werd reeds ingegaan op de gewijzigde patrimoniumtaks. Hoewel de uiterlijke datum van indiening van de aangifte patrimoniumtaks wettelijk vastgesteld is op 2 april 2024 (vóór 12 uur), heeft de administratie via een recent persbericht voorzien in een tolerantie om in bepaalde gevallen alsnog uitstel te verlenen tot en met 31 mei 2024. Hierna bespreken we graag deze tolerantie en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn.
De indieningsdatum van de aangifte patrimoniumtaks valt dit jaar (aanslagjaar 2024) op 2 april 2024 (vóór 12 uur). Normaliter valt de uiterste indieningsdatum op 31 maart, maar deze wordt verlengd tot de eerstvolgende openingsdag van de kantoren Rechtszekerheid in het geval de deadline op een zaterdag, zondag (wat dit jaar het geval is) of een wettelijke feestdag (1 april 2024 is een wettelijke feestdag) valt. Volgens het persbericht van de administratie kan deze krappe periode in bepaalde gevallen onvoldoende zijn om de aangifte tijdig in te dienen. De administratie verduidelijkt dat in het bijzonder zo’n situatie kan ontstaan bij de toepassing van de nieuwe bepalingen 6° tot 15° van artikel 150, tweede lid, Wetboek Successierechten.
Zo werd artikel 150 van het Wetboek Successierechten door de hervorming uitgebreid en werd voorzien in een ‘nieuwe’ gedeeltelijke vrijstelling ten belope van 62,3 % op de waarde van de bezittingen (zgn. verrekeningsmechanisme) van bepaalde belastingplichtigen actief in specifieke categorieën met een maatschappelijk belang.
Het betreft hier o.a. belastingplichtigen actief in de sector van de zorg, sport, onderwijs en cultuur, maar ook maatwerkbedrijven, medische huizen, dierenasielen en centra voor private archieven. Volgens het bericht van de administratie kan op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtigen, die toepassing maken van voorgenoemd verrekeningsmechanisme - en op voorwaarde dat zij nog geen aangifte hebben ingediend, een individueel uitstel (tot uiterlijk 31 mei 2024) van indiening bekomen worden zonder aanrekening van boete of nalatigheidsintresten.
Het verzoek tot uitstel moet gemotiveerd worden en ten laatste worden ingediend tegen 2 april 2024. Opgelet, verzoeken waarover twijfel bestaat of zij toepassing kunnen maken van het voorgenoemde verrekeningsmechanisme zullen niet worden ingewilligd.
Ingeval het uitstel wordt ingewilligd, moet de aangifte uiterlijk op 31 mei 2024 (vóór 12u) worden ingediend, evenals moet uiterlijk op dat tijdstip het bevoegde kantoor Rechtszekerheid de verschuldigde rechten op zijn kantoorrekening hebben ontvangen.
Indien het uitstel daarentegen niet wordt ingewilligd, dient de belastingplichtige zo snel mogelijk een aangifte in te dienen en de verschuldigde rechten te betalen. Gelieve te noteren dat de laattijdige aangifte of laattijdige betaling van de verschuldigde rechten aanleiding geeft tot het verschuldigd zijn van een geldboete en/of verwijlintresten.