Skip to main content

Wat gebeurt er met mijn pensioenverzekeringen wanneer ik vroegtijdig overlijd?

Naast het wettelijk pensioen (ook eerste pensioenpijler genoemd) moedigt de overheid via fiscale stimuli de opbouw van een aanvullend pensioen aan. Dit kan binnen een professionele context in de tweede pensioenpijler onder meer via groepsverzekeringen of individuele pensioentoezeggingen (IPT). Bovendien kan u ook privé een aanvullend pensioen in de derde pensioenpijler opbouwen via pensioensparen of het ‘langetermijnsparen’ (levensverzekeringen).

In de regel voorzien pensioenverzekeringen in een eenmalige uitbetaling op pensioenleeftijd van het via de periodieke premies opgebouwde kapitaal (na inhouding van personenbelasting en specifieke sociale zekerheidsbijdragen).

Maar wat indien u vroegtijdig overlijdt? De tot op dat moment opgebouwde reserve, eventueel verhoogd met een aanvullend kapitaal overlijden, zal dan worden uitbetaald aan de begunstigde bij overlijden die daarop successierechten is verschuldigd. Hierop zijn wel uitzonderingen voorzien. Zo zullen er geen successierechten verschuldigd zijn wanneer de langstlevende echtgenoot van een werknemer de begunstigde bij overlijden van een groepsverzekering is. Er bestaat geen overeenkomstige uitzondering voor groepsverzekeringen of contracten van individuele pensioentoezegging voor zelfstandige bedrijfsleiders, noch voor contracten binnen de derde pensioenpijler.

Voorts stelt zich voor echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel de vraag of het pensioenkapitaal dat voor de langstlevende binnen de tweede pensioenpijler wordt opgebouwd, zal worden belast met successierechten wanneer de echtgenoot overlijdt. Burgerrechtelijk wordt dit kapitaal immers beschouwd als spaarvermogen van de huwgemeenschap (al bestaat hierover wel betwisting), zodat in principe successierechten zijn verschuldigd.

De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt evenwel dat dit voor de langstlevende opgebouwde pensioenkapitaal bij het overlijden van de echtgenoot (ongeacht of deze werknemer of bedrijfsleider is) niet moet worden aangegeven als deel van de huwgemeenschap, zodat het dus ook niet wordt belast. De betrokken verzekeringen moeten wel ter info opgenomen worden in de aangifte nalatenschap.

Deze niet gepubliceerde administratieve tolerantie werd ons reeds in een aantal concrete dossiers bevestigd. Of er een gelijkaardige tolerantie geldt in het Brusselse en Waalse Gewest, is ons niet bekend.

Aanbevolen voor jou