De relevantie van duurzaamheid in de bouw is onbetwistbaar. Gebouwen zijn immers verantwoordelijk voor maar liefst 40% van het energieverbruik en 36% van de CO2-emissies in de EU. Precies om die reden voelen bedrijven in de bouwsector vanuit verschillende hoeken - klanten, leveranciers, banken en de overheid- druk om na te denken over de impact van hun activiteiten op de omgeving.
Bouwheren hebben steeds meer duuzaamheidsverwachtingen bij de realisatie van hun bouwproject. Dit gebeurt door het ontwerpteam via zorgvuldig opgestelde aanbestedingscriteria, die als basis dienen voor de selectie van de uitvoeringsteams. Deze duurzaamheidseisen worden vervolgens top-down door vertaald naar onderaannemers en leveranciers. Opdrachtgevers kunnen ook vereisten opleggen in de vorm van duurzaamheidslabels op bedrijfsniveau (e.g. EcoVadis, B-Corp) of projectniveau (e.g., BREEAM of LEED). Om deze labels te behalen dienen bedrijven vaak op verschillende ESG*-domeinen te werken.
De bouwsector voelt ook vanuit de financiële wereld druk. Bedrijven met een solide ESG-strategie krijgen immers makkelijker toegang tot kredieten, veelal aan voordeligere voorwaarden zoals groene leningen of rentekortingen; wat hun financiële positie en aantrekkelijkheid voor investeerders versterkt. Steeds meer investeerders erkennen namelijk het belang van het duurzaamheidsprofiel van een onderneming in de analyse van hun krediet- of investeringsbeslissingen.
Daarnaast is er ook vanuit het regelgevend kader steeds meer druk om de ambitieuze Europese klimaatdoelstellingen te halen en tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Om deze reden heeft de EU de Green Deal geïntroduceerd. Als onderdeel hiervan heeft het Europees Parlement de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) aangenomen. Het doel van deze richtlijn is het aanmoedigen van investeerders om te investeren in duurzame bedrijven, waardoor de overgang naar een klimaatneutraal Europa wordt versneld. Tal van bouwbedrijven zullen vanaf 2026 verplicht moeten rapporteren volgens de CSRD, waardoor de duurzaamheidsprestaties in de sector transparanter zullen worden.
Echter biedt de evolutie naar duurzaamheid in de bouwsector ook talloze kansen. Bedrijven die slim inspelen op verschillende aspecten van duurzaamheid kunnen een competitief voordeel behalen. Zo neemt het belang van een duidelijke en transparante duurzaamheidsvisie toe bij het aanwerven en behouden van werknemers. Werknemers verwachten een duidelijk en transparante duurzaamheidsstrategie van hun werkgever. Zo geeft 40% van de werknemers aan bereid te zijn op zoek te gaan naar een nieuwe job als hun organisatie niet bereid is om hun duurzaamheidimpact te verbeteren.Uit een studie van de transacties in de woningenmarkt in België in 2022 blijkt dat klanten bereid zijn om meer te betalen voor woningen met een hoger energieprestatiecertificaat (EPC). In 2022 werden woningen met EPC-label A aan een 17,9% hogere prijs verkocht in vergelijking met woningen het EPC-label D. Dit prijsverschil wordt verwacht in de toekomst verder toe te nemen. Vandaag zijn reeds verschillende Belgische spelers in de bouwsector aan het shiften naar een meer toekomstgericht businessmodel met een sterke focus op duurzaamheid, door o.a. in te zetten op circulaire materialen, renovatie-oplossingen, dematerialisering en alternatieve woonvormen.
Duurzaamheid is niet langer een keuze in de bouwsector, het is de sleutel tot toekomstig succes. In deze transitie naar een meer duurzame sector liggen niet alleen uitdagingen, maar ook aanzienlijke kansen voor groei en concurrentievoordeel.
Notes: (*) ESG: Environmental, Social & Governance