De onzekerheid over wat ploegenarbeid inhoudt en wie onder het stelsel van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid valt, is doorbroken. Het Grondwettelijk Hof stelt dat ploegenarbeid werk is dat uitgevoerd wordt in minstens 2 ploegen die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als omvang, en die elkaar in de loop van de dag zonder onderbreking opvolgen. Dit impliceert dat het uitvoeren van werk dat vergelijkbaar is qua inhoud en omvang niet voldoende is om in aanmerking te komen voor de gunstmaatregel. Naar aanleiding van deze beslissing werkte de federale regering een overgangsregeling uit waarbij een alles-of-niets-scenario vermeden kan worden bij ondernemingen waar de omvang van het werk asymmetrisch is verdeeld tussen de ploegen
Indien het ploegenstelsel beantwoordt aan de fiscale definitie van ploegenarbeid kunnen werkgevers van een korting ten belope 22,8% van de bezoldigingen genieten.
Tot eind 2026 zullen bedrijven waar er verschillen zijn in de omvang van het werk tussen de opeenvolgende ploegen kunnen kiezen voor een alternatieve regeling. Onder deze alternatieve regeling wordt de voorwaarde dat opeenvolgende ploegen "hetzelfde werk qua omvang" moeten uitvoeren immers uitgesloten van de definitie van ploegenarbeid. De mogelijkheid om voor deze alternatieve regeling te kiezen, kan retroactief toegepast worden tot en met 1 januari 2021.
Concrete berekening alternatieve regeling
In de alternatieve regeling wordt de vrijstelling verminderd in verhouding tot het verschil in omvang tussen de opeenvolgende ploegen, zoals in volgende fictieve situatie:
Alle afwijkingen voor de betrokken maand worden vervolgens herleid tot één breuk. In het voorbeeld wordt de vrijstelling met 15% (60/400) verminderd.
Bedrijven dienen een keuze te maken: ofwel blijven opereren onder het huidige systeem met een strikte interpretatie van ‘hetzelfde werk qua omvang’, ofwel kiezen voor de tijdelijke alternatieve regeling en dus een lagere, doch meer rechtszekere BV-vrijstelling.
Bijkomende verplichting vanaf 1 april 2024
Vanaf 1 april 2024 moeten de toegekende ploegen- en nachtpremies expliciet worden opgenomen in een (sectorale) collectieve arbeidsovereenkomst, het arbeidsreglement of een arbeidsovereenkomst.
Indien de premie niet sectoraal werd vastgelegd moet er bijgevolg actie worden ondernomen om dit op ondernemingsniveau vast te leggen.