Skip to main content

Duurzame mobiliteit: kijk verder dan de bedrijfswagen!

Alle bedrijven, ongeacht hun grootte, moeten actie ondernemen op het gebied van mobiliteit. Mobiliteit is echter een breed onderwerp en er bestaan veel manieren om hierrond actie te ondernemen. In dit artikel bespreken we beknopt een aantal mogelijkheden om een innovatief en aantrekkelijk mobiliteitsbeleid te ontwikkelen dat tegelijkertijd de uiteenlopende behoeften van uw personeel en duurzaamheidsprincipes integreert.

Wettelijke verplichtingen

Plaatsing zonnepanelen

Als grootverbruiker in Vlaanderen – met een jaarlijkse elektriciteitsafname van meer dan 1GWh – bent u tegenwoordig verplicht zonnepanelen te installeren op uw gebouwen. Als u deze afnamedrempel al in 2021 overschreed moet de installatie van deze zonnepanelen gebeuren voor 30 juni 2025, anders uiterlijk op 1 januari van het 4e jaar na het overschrijden van deze drempel. Ook het vereiste minimale piekvermogen van de installatie stijgt gradueel: 12,5 Wp/m² tegen 30 juni 2025, 18,75 Wp/m² tegen 1 januari 2030 en 25 Wp/m² tegen 1 januari 2035. Deze verplichting heeft vooral invloed op productiebedrijven. Onder bepaalde voorwaarden kan u er ook voor kiezen om zonnepanelen op een andere eigendom te plaatsen, een windturbine te plaatsen, een warmtekrachtinstallatie (WKK) op biomassa of biogas te installeren, of om deel te nemen aan een nieuwe groene stroom installatie.

Oplaadpunten op parkeerterreinen

Onder druk van de Europese EPB-richtlijn gelden in de drie gewesten vergelijkbare verplichtingen voor het installeren van oplaadpunten voor elektrische voertuigen op parkeerterreinen. De concrete invulling en eventuele uitzonderingen verschillen echter per gewest. Dit artikel richt zich op de wetgeving van toepassing is in Vlaanderen. (*)

In Vlaanderen is het verplicht om oplaadpunten voor elektrische voertuigen te installeren op parkeerterreinen van gebouwen. Concreet moeten bij nieuwe of ingrijpend gerenoveerde gebouwen met een vergunningsaanvraag sinds 11 maart 2021 een minimaal aantal oplaadpunten (en/of laadinfrastructuur) voorzien worden, afhankelijk van de bestemming van het gebouw (voor bewoning of niet).

Vanaf 1 januari 2025 geldt deze verplichting ook voor bestaande niet-residentiële gebouwen met meer dan 20 parkeerplaatsen, waarbij minstens twee oplaadpunten geplaatst moeten worden. De specifieke verplichtingen voor bestaande gebouwen rusten op de eigenaar (of indien van toepassing, de zakelijk gerechtigde). Bij nieuwbouwprojecten rusten deze op de vergunninghouder.


Opgelet bij zonnepanelen op andermans dak

Het zijn vaak de gebouweigenaren die deze installaties plaatsen, maar ook complexere scenario’s zijn mogelijk. Als bedrijf heeft u de mogelijkheid om derden toe te staan installaties op uw gebouwen te plaatsen, waardoor u zelf de investeringskosten vermijdt. In ruil voor een periodieke vergoeding neemt de derde vervolgens de installatie, onderhoud en exploitatie op zich, beter bekend als Charging as a Service (CaaS) en Solar as a Service (SaaS).

Omgekeerd kunt u als bedrijf ook interesse hebben om installaties te plaatsen op eigendommen van anderen, bijvoorbeeld wanneer er geen mogelijkheid is op uw eigen gebouwen. Het principe van natrekking is hierbij cruciaal, waarbij installaties op een eigendom worden beschouwd als eigendom van de gebouweigenaar. Een opstalovereenkomst biedt hiervoor een oplossing, waarbij de eigendomsrechten gescheiden blijven gedurende het opstalrecht. Bij afloop verwerft de gebouweigenaar in principe de installaties. Goede contractuele afspraken met betrekking tot aansprakelijkheden, verzekeringen, vergoedingen,… zijn hierbij essentieel.

Ook bij diensten zoals Charging as a Service en Solar as a Service is een grondige analyse van de bijbehorende Service Agreement noodzakelijk. Hierin worden onder andere serviceverplichtingen vastgelegd, zoals prestatieniveaus van installaties, responstijd bij storingen, regels voor onderhoud en reparaties, evenals de voorwaarden voor de afname en verrekening van diensten.


Huurder en installaties

Aangezien de huur automatisch een accessoir opstalrecht omvat, kunt u als huurder in principe installaties plaatsen zonder afzonderlijke overeenkomst met de gebouweigenaar. Houd er wel rekening mee dat dit bouwrecht vaak contractueel wordt beperkt of zelfs volledig uitgesloten. Bovendien is het accessoir, waardoor het stopt bij het einde van de huur. In principe moet u als huurder bij afloop van de huur alles weer afbreken en het gebouw in de originele staat teruggeven, tenzij anders overeengekomen met de verhuurder. Het is dus aan te raden om een aparte overeenkomst met de eigenaar op te stellen.

Een andere optie is dat de verhuurder zelf investeert in de installaties en de opgewekte energie aan de huurder verkoopt. Hierbij zijn er verschillende betalingsformules mogelijk. ofwel op forfaitaire basis ofwel op basis van het werkelijk verbruik. Niet-verbruikte energie kan de verhuurder vervolgens op het net plaatsen, wat extra inkomsten genereert. Of u kan ervoor kiezen de installaties mee te verhuren tegen een hogere huurprijs. De opgewekte energie door de gehuurde installaties komt dan toe aan de huurder. In beide gevallen ontstaat er een win-winsituatie.


Conclusie

Duurzame investeringen bieden aanzienlijke voordelen, maar vereisen een grondige voorbereiding, vooral op juridisch gebied. Contacteer ons voor juridisch advies op maat en zet stappen richting een groene en duurzame toekomst!

(*) ESG-inspanningen verwijzen naar de inspanningen van bedrijven op het gebied van milieu (Environmental), sociale verantwoordelijkheid (Social) en bestuur (Governance). Dit omvat duurzame praktijken, diversiteit en ethisch bestuur. ESG-criteria worden steeds belangrijker voor investeerders en bedrijven die duurzaamheid en langetermijnwaardecreatie nastreven.

(*) Contacteer ons voor juridisch advies in Brussel en Wallonië.

Aanbevolen voor jou