Wet toekomst pensioenen: budgetneutraal, benefitneutraal of ertussenin?

Article

Wet toekomst pensioenen: budgetneutraal, benefitneutraal of ertussenin?

De wijzigingen in het nieuwe pensioenstelsel hebben verschillende gevolgen voor werknemers van verschillende leeftijden.

In het nieuwe pensioenstelsel zal bij alle te introduceren pensioenregelingen sprake zijn van een vlakke leeftijdsonafhankelijke premie. Dit is een wijziging ten opzichte van de huidige systematiek op basis van een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Deze wijziging heeft verschillende gevolgen voor werknemers van verschillende leeftijden. In dit artikel focussen we op de financiële impact in een drietal scenario’s.

In het nieuwe pensioenstelsel zal bij alle te introduceren pensioenregelingen sprake zijn van een vlakke leeftijdsonafhankelijk premie. Dit is een wijziging ten opzichte van de huidige systematiek op basis van een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Deze wijziging heeft verschillende gevolgen voor werknemers van verschillende leeftijden. Zo wordt op dit moment voor jongere werknemers over het algemeen minder premie ingelegd dan voor oudere werknemers. Als gevolg van de transitie naar een vlakke premie kan er een compensatievraagstuk op tafel komen waarbij de hoogte en vorm van een mogelijke compensatie per situatie zal verschillen. De transitie start met de verwachte wetgeving begin 2023 met een overgangsperiode tot 2027. Wanneer er nu een overname plaatsvindt is het verstandig om de mogelijke impact op de toekomstige kosten, zowel lopend als eenmalig, en op de arbeidsvoorwaarden als geheel vroegtijdig inzichtelijk te maken. In dit artikel focussen we op de financiële impact in een drietal scenario’s.

Nb. In dit artikel laten we het overgangsrecht buiten beschouwing. Wilt u meer weten over het overgangsrecht? Lees dan het volgende artikel.
 

Voorbeeldwerkgever

De voorbeeldwerkgever heeft 50 werknemers, gelijk verdeeld over de leeftijd van 20 tot 68 jaar. Voor de eenvoud nemen we aan dat alle werknemers een salaris van € 50.000 euro hebben, fulltime werken, geen salarisstijging krijgen en werken tot aan hun pensioen op 68-jarige leeftijd bij deze werkgever. De huidige premiestaffel loopt van c. 4% van de pensioengrondslag voor werknemers tussen de 20 en 25 jaar, tot c. 27% van de pensioengrondslag voor werknemers ouder dan 65 jaar (100% van staffel 2 op basis van een rekenrente van 4%). In de rekenvoorbeelden wordt enkel de impact op de pensioenpremie weergegeven, dus zonder opslagen en additionele kosten.

Scenario i: Budgetneutraal

Een uitgangspunt om van een premiestaffel naar vlakke premie te gaan is een budgetneutrale overgang. In een rekenvoorbeeld laten wij zien wat dit voor effect heeft op de premies in de eerste vijf jaar. De huidige premie op basis van dit werknemersbestand komt uit op c. € 189.000 in 2023. Een budgetneutrale overgang naar een leeftijdsonafhankelijke premie voor de huidige populatie resulteert in een vlakke premie van 12.1%.

Echter is deze vlakke premie van 12.1% alleen budgetneutraal in 2023. In 2024 zou de premie in de huidige pensioenregeling namelijk stijgen, doordat sommige werknemers in een hoger leeftijdscohort terecht komen. Onderstaand figuur illustreert dit: bij zowel de huidige als de nieuwe regeling daalt de premie vanwege het pensioneren van één werknemer per jaar. Echter stijgt in de huidige pensioenregeling de jaarlijkse premie per werknemer, waardoor deze daling zo goed als ongedaan wordt gemaakt.

Het onderstaande figuur toont het verschil in het relatieve toekomstig op te bouwen pensioenkapitaal in de nieuwe pensioenregeling ten opzichte van de huidige pensioenregeling, per leeftijdscohort. Een percentage van 10% betekent bijvoorbeeld dat er in de toekomst naar verwachting 10% meer pensioenkapitaal wordt opgebouwd in de nieuwe pensioenregeling dan in de huidige pensioenregeling. Hierbij wordt uitgegaan van een rendement van 1,5% op de ingelegde premies. Het is hiermee duidelijk dat voor vrijwel alle leeftijdscohorten een achteruitgang in pensioenkapitaal zichtbaar is. Werknemers in deze leeftijdscohorten zullen hierdoor mogelijk compensatie verwachten mocht een budgetneutrale transitie plaatsvinden.

Scenario ii: Benefitneutraal

Een werkgever kan het uitgangspunt hebben om geen enkele werknemer erop achteruit te laten gaan in de transitie naar een vlakke premie. Iedereen gaat er hierbij óf op vooruit óf blijft op een gelijk niveau. Onderstaand figuur toont de vlakke premie die gehanteerd dient te worden om voor alle werknemers een benefitneutrale overgang te garanderen. Dit resulteert in een vlakke premie ter hoogte van 26,9%.

Het is direct zichtbaar dat een benefitneutrale vlakke premie substantieel hoger uitkomt dan de huidige staffel. Dit komt doordat de premie-inleg voor het hoogste leeftijdscohort in de huidige regeling relatief hoog is. Om deze groep een gelijkwaardige toekomstige inleg te garanderen dient de vlakke premie op hetzelfde niveau als het hoogste leeftijdscohort te worden gezet. Onderstaand figuur toont de premies indien de werkgever overstapt naar een vlakke premie ter hoogte van 26,9% van de pensioengrondslag.

Deze overstap betekent een fors hogere pensioeninleg voor vrijwel alle leeftijdsgroep. Onderstaand figuur illustreert dit. Het jongste cohort gaat er zelfs meer dan 100% in pensioeninleg op vooruit. Deze situatie is voor de meeste werkgevers niet wenselijk en/of financieel haalbaar.

Scenario iii: Tussenoplossing

Zoals in het budgetneutrale scenario wordt aangetoond resulteert budgetneutraliteit in jaar 1 voor een achteruitgang van het pensioenkapitaal voor vrijwel alle leeftijdscohorten. Om dit effect te mitigeren kan worden gekeken naar budgetneutraliteit over de eerste ‘x’ jaar. De grafiek toont de vlakke premie indien wij uitgaan van budgetneutraliteit over de eerste 10 jaar. Dit resulteert in een vlakke premie ter hoogte van 12,9% van de pensioengrondslag.

Dit resulteert zoals verwacht in een hogere vlakke premie dan in het bugdetneutrale scenario, maar door de stijging van de premie die zou plaatsvinden in de huidige regeling is dit niveau van vlakke premie budgetneutraal over een periode van 10 jaar. In onderstaande tabel is zichtbaar dat na 5 jaar minder jaarlijkse premie benodigd is in de nieuwe regeling dan in de huidige regeling.

Voor de meeste leeftijdscohorten is nog steeds een achteruitgang van het totale pensioenkapitaal zichtbaar. Echter is het effect vermindert door de hogere vlakke premie ten opzichte van het budgetneutrale scenario.

Conclusie

Waar een budgetneutrale overgang een logisch uitgangspunt kan zijn is het belangrijk om vast te stellen wat het budgetneutrale uitgangspunt dan precies is. In dit artikel laten we zien dat een overgang naar een vlakke premie op basis van het beschikbare budget in jaar 1 resulteert in een daling van het toekomstige te vergaren pensioenkapitaal voor alle leeftijdscohorten. Aan de andere kant leidt benefitneutraliteit tot een sterke stijging van de premie en gaan hierbij vrijwel alle werknemers er substantieel op vooruit. Voor het jongste leeftijdscohort (21 – 24 jaar) resulteert dit zelfs in een stijging van het te verwachten toekomstige pensioenkapitaal van 100%. Derhalve zal hierdoor vaak naar een tussenoplossing gezocht moeten worden waar zowel werkgever als werknemers zich in kunnen vinden.

Vanuit een fusie en overname perspectief betekent dit dat, ongeacht het gekozen scenario, een volledig kostenneutrale overgang vaak niet tot de mogelijkheden zal behoren, indien geen gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht. Werkgevers zullen in hun strategische afweging een balans moeten vinden tussen enerzijds het beperken van compensatiemaatregelen en het bieden van een competitieve pensioenregeling en anderzijds het in toom houden van de pensioenkosten. Zet daarom bij een voorgenomen fusie of overname de transitie naar de Wet toekomst pensioen op de agenda en onderzoek of er een gulden middenweg bestaat die voldoet aan de verwachtingen en eisen van alle betrokken stakeholders.

Dit artikel is geschreven door Maurits van der Tas

Did you find this useful?